Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen”). Deze Kamerbrief licht de nieuwe doctrine toe, o.a. aan de hand van het voorbeeld van Koeweit (1990) en vormt een aanvulling op de Kamerbrief uit 1990 over hetzelfde onderwerp.
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de intensivering van de Nederlandse bijdrage aan zowel een politieke oplossing voor Syrië als de strijd tegen ISIS in Irak en Syrië. De intensivering behelst een breed pakket aan maatregelen, onder te verdelen in politieke, militaire en stabilisatiemiddelen.
Kamerbrief
Het onderzoek richtte zich op de doorwerking van de bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) in de Nederlandse rechtspraak. In het rapport wordt een overzicht gegeven van en commentaar gegeven bij de relevante rechtspraak tot en met jaar 2001.
Onderzoeksrapport
In deze Kamerbrief is vermeld dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft besloten om in het belang van een efficiënte rechtsgang de statenklacht van Nederland tegen de Russische Federatie te voegen met twee statenklachten van Oekraïne tegen de Russische Federatie met betrekking tot gebeurtenissen in het oosten van Oekraïne. Het is voor het eerst dat het EHRM besluit statenklachten van verschillende staten te voegen. Het EHRM moet nog besluiten over het verdere verloop van de procedure. De Nederlandse statenklacht heeft alleen betrekking op de rol van de Russische Federatie in het neerhalen van vlucht MH17. Dat is de kern van onze statenklacht, en dat blijft zo. Nederland behoudt zijn volwaardige procespositie, onafhankelijk van Oekraïne.
Tweede Kamer, 2020-2021, 33997, nr. 156
Toont 561 - 564 van 564 resultaten.