piraterijbestrijding - publicaties

Web content search

Web content search

Common Rejoinder of the Kingdom of Denmark and the Kingdom of The Netherlands in the North Sea Continental Shelf case

Inbreng in juridische procedure internationaal | 30 augustus 1968

Bestand: pdf - 8.2MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied

Trefwoorden: Continentaal plateau | Grensafbakening via equidistantie-methode | Zeegrenzen

Dit document bevat de gezamenlijke schriftelijke inbreng van Denemarken en Nederland in de procedure tussen Duitsland, Denemarken en Nederland bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) inzake de afbakening van het continentaal plat in de Noordzee.

Special Agreement for the submission to the ICJ of a difference between Germany and the Netherlands concerning the delimitation of the Continental Shelf in the North Sea

Inbreng in juridische procedure internationaal | 16 februari 1967

Bestand: pdf - 806.7KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied

Trefwoorden: Continentaal plateau | Grensafbakening via equidistantie-methode | Zeegrenzen

Dit document bevat de bijzondere overeenkomst tussen Duitsland en Nederland om het geschil inzake de afbakening van het continentaal plat in de Noordzee voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof (IGH).

Judgment of the ICJ in the North Sea Continental Shelf case

Uitspraak internationaal | 20 februari 1969

Bestand: pdf - 3.3MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied

Trefwoorden: Continentaal plateau | Gewoonterecht | Grensafbakening via equidistantie-methode | Zeegrenzen

In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat het gebruik van het equidistantiebeginsel voor de afbakening van de Noordzee niet leidend is tussen partijen, omdat dit principe niet kon worden aangemerkt als gewoonterecht. In deze uitspraak verduidelijkt het Hof welke vereisten er nodig zijn voordat gebruiken en gewoonten kunnen worden aangemerkt als gewoonterecht. In dit verband gaat het ook in op opinio juris.  

Rechtsmachtsverklaring Nederland Internationaal Gerechtshof

Overig | 21 februari 2017

Bestand: pdf - 18.6KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Rechtsmacht Internationaal Gerechtshof | Verklaring

Dit document bevat de verklaring van Nederland waarin het de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof (IGH) accepteert, zoals bedoeld in Artikel 36, paragraaf 2, van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof.

Case Concerning Sovereignty over Certain Frontier Land (Belgium / Netherlands) - declaration

Overig | 4 september 1968

Bestand: pdf - 280.4KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied

Trefwoorden: Grensgeschil | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht

Dit document bevat een overeenkomst tussen Nederland en België om het geschil omtrent de afbakening van 14 hectare land voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof (IGH).

Judgment of ICJ Case Concerning Sovereignty over Certain Frontier Land (Belgium / Netherlands)

Uitspraak internationaal | 29 november 2019

Bestand: pdf - 1.4MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied

Trefwoorden: Grensgeschil | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht

In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de afbakening van 14 hectare land welke onderdeel is van het geschil, toebehoren aan België. Deze uitspraak is van belang omdat het IGH benadrukt dat een verdrag dat is ontworpen om een grens vast te stellen, zou moeten worden geïnterpreteerd op een manier dat het kan leiden tot een precieze, volledige en definitieve grens.

ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Application Instituting Proceedings

Inbreng in juridische procedure internationaal | 9 juli 1957

Bestand: pdf - 532.2KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de notificatie van Nederland waarmee het de procedure initieert inzake de Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) bij het Internationaal Gerechtshof (IGH).

Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Memorial NL

Inbreng in juridische procedure internationaal | 29 november 1957

Bestand: pdf - 1MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof, waarin Nederland in gaat op de verplichtingen die voortvloeien uit het voogdijverdrag uit 1902.

ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Reply NL

Inbreng in juridische procedure internationaal | 18 juni 1958

Bestand: pdf - 1.1MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de Repliek van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof (IGH). Hierin betoogt Nederland dat de ‘protective education’-maatregelen die Zweden neemt niet in overeenstemming zijn met de verplichtingen die Zweden heeft onder het Voogdijverdrag uit 1902.

Judgement of the ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden)

Uitspraak internationaal | 28 november 1958

Bestand: pdf - 1.2MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de maatregelen die Zweden neemt met betrekking tot het voogdijschap over een Zweeds-Nederlands minderjarig kind niet in strijd zijn met het Voogdijverdrag uit 1902. Deze uitspraak is van belang omdat nationaal recht voorrang kreeg boven verdragsverplichtingen. Daarnaast heeft deze uitspraak ertoe geleid dat er een nieuw verdrag is gekomen welke voogdij-verplichtingen regelt.