Inloggen Account aanvragen
Overig | 1 juni 2020
Bestand: pdf - 374.6KB
Dossier: Mensenrechten
Trefwoorden: Individueel klachtrecht | Mensenrechtenschendingen | Verdragsverplichtingen, materiële schending van
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2019 alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Overig | 1 november 2012
Bestand: pdf - 1.6MB
Dossier: Buurlanden Koninkrijk
Trefwoorden: Regionale organisaties
Dit document bevat een evaluatie van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB), getiteld Relaties, resultaten en rendement: Evaluatie van de Benelux Unie-samenwerking vanuit Nederlands perspectief, waarin wordt bekeken welke concrete resultaten de Benelux-samenwerking oplevert.
Overig | 8 november 2018
Bestand: pdf - 673.4KB
Dossier: Individuen en groepen
Trefwoorden: Verdragsrapportages
Dit document bevat de vijfde periodieke rapportage van Nederland onder het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR / BUPO). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het verdrag.
Overig | 29 juli 2013
Bestand: pdf - 526.7KB
Dit document bevat het initiële rapport van Nederland onder het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (CED). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het verdrag.
Overig | 4 maart 2019
Bestand: pdf - 784.1KB
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Dit document bevat de 22ste t/m de 24ste rapportage van Nederland onder het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van elke vorm van rassendiscriminatie (CERD). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het verdrag.
Overig | 6 maart 2019
Bestand: pdf - 552.8KB
Dit document bevat de initiële rapportage van Nederland onder het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het verdrag.
Kamerbrief | 4 juli 1990
Bestand: pdf - 308.7KB
Dossier: Staten | Erkenning
Trefwoorden: Erkenning | Erkenning van regeringen | Erkenning van staten | Erkenning, niet-
Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen). In de Kamerbrief wordt uiteengezet dat naar Nederlandse opvatting, naast de effectiviteit van het gezag, voor het vraagstuk van erkenning voorts van belang de bereidheid en mogelijkheid van een nieuwe regering op voet van gelijkheid betrekkingen met andere regeringen te onderhouden en volkenrechtelijke verplichtingen aangegaan door de vorige regering na te komen. Tenslotte wordt er ook op gelet of een nieuwe regering de instemming van een belangrijk deel van de bevolking heeft.
Kamerbrief | 25 januari 1991
Bestand: pdf - 553.6KB
Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen”). Deze Kamerbrief licht de nieuwe doctrine toe, o.a. aan de hand van het voorbeeld van Koeweit (1990) en vormt een aanvulling op de Kamerbrief uit 1990 over hetzelfde onderwerp.
Kamerbrief | 26 augustus 2021
Bestand: pdf - 152.1KB
Trefwoorden: Consulaire bijstand | Erkenning, niet- | Evacuatie | Humanitaire hulpverlening
Deze Kamerbrief bevat informatie over de beëindiging van de evacuatieoperatie in Afghanistan op 26 augustus 2021. In de kamerbrief wordt de Kamer geïnformeerd over de inspanningen die de dagen voorafgaand aan de beëindiging zijn verricht om de nog in Afghanistan verblijvende Nederlanders, lokaal ambassadepersoneel en hun gezinnen, tolken die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van internationale militaire of politiemissie en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform de motie-Belhaj c.s. (Kamerstuk 27926 nr. 788) in veiligheid te brengen. Daarnaast blikt het kabinet vooruit op de mogelijkheden voor toekomstige presentie in Afghanistan, zonder dat dit leidt tot erkenning van de legitimiteit van de Taliban, ten behoeve van het behartigen van Nederlandse belangen en humanitaire hulpverlening.
Uitspraak internationaal | 22 juli 2021
Bestand: pdf - 322.9KB
Trefwoorden: Foltering, verbod
Het VN Comité tegen Foltering (CAT) heeft in de zaak S.R. (zaak nr. 834/2017) geoordeeld dat het verbod op foltering onder artikel 3 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (CAT) niet is geschonden.
De zaak betreft het verbod op foltering en in het bijzonder het gevaar op foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing bij uitzetting. Het Comité overweegt in deze zaak dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft ingediende die wijzen op een reëel, persoonlijk en voorzienbaar risico op foltering. De verzoeker was niet in staat te bewijzen dat de Sri Lankaanse autoriteiten enig moment interesse in hem hebben gehad en dat verzoeker momenteel de reële interesse zou wekken van hen. Derhalve oordeelt het Comité dat er bij uitzetting van verzoeker naar Sri Lanka geen schending zal plaats vinden van artikel 3 CAT.
Uitspraak internationaal | 19 juli 2021
Bestand: pdf - 207.8KB
Het VN Comité tegen Foltering (CAT) heeft in de zaak T.S. (zaak nr. 896/2018) geoordeeld dat het verbod op foltering onder artikel 3 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (CAT) niet is geschonden.
De zaak betreft het verbod op foltering en in het bijzonder het gevaar op foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing bij uitzetting. Het Comité overweegt in deze zaak dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft ingediend die wijzen op een reëel, persoonlijk en voorzienbaar risico op foltering. De verzoeker was niet in staat te bewijzen dat de gebeurtenissen van tien jaar geleden momenteel de reële interesse zouden wekken van de Sri Lankaanse autoriteiten. Derhalve oordeelt het Comité dat er bij uitzetting van verzoeker naar Sri Lanka geen schending zal plaatsvinden van artikel 3 CAT.
Uitspraak internationaal | 3 november 2021 | Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Bestand: pdf - 401.9KB
Trefwoorden: Eerlijk proces
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak X tegen Nederland (zaak nr. 72631/17) geoordeeld dat Nederland het recht op een eerlijk proces onder artikel 6 eerste en derde lid van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op een eerlijk proces en in het bijzonder het recht om in persoon bij een zitting aanwezig te zijn en hieraan deel te nemen. Verzoekster heeft geen afstand gedaan van haar recht om in persoon bij de zitting aanwezig te zijn, maar kon door een professionele fout van haar vertegenwoordiging niet deelnemen. Het EHRM stelt dat verzoekster in staat had moeten worden gesteld om deel te nemen aan de zitting en dat de belangen die het gerechtshof voorrang heeft gegeven niet zwaarder hadden mogen wegen dan het belang van verzoekster om in persoon bij de zitting aanwezig te zijn. Het EHRM oordeelt dan ook dat artikel 6 eerste en derde lid van het EVRM zijn geschonden.
Uitspraak internationaal | 15 juli 2021 | Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Bestand: pdf - 263.8KB
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak I.B. tegen Nederland (zaak nr. 35751/20) geoordeeld dat Nederland het recht om tijdens een zitting gehoord te worden in een procedure omtrent de rechtmatigheid van detentie onder artikel 5, vierde lid, van het Verdrag (EVRM) niet heeft geschonden. De zaak betreft het recht op een eerlijk proces en in het bijzonder het recht om in persoon of via een videoverbinding tijdens een zitting gehoord te worden.
De zitting in de procedure van verzoeker vond plaats in de eerste weken van de COVID-19-pandemie. Op dat moment beschikte het detentiecentrum nog niet over voldoende technische en praktische voorzieningen om alle partijen via een videoverbinding te horen. Daardoor kon verzoeker niet in persoon of via videoverbinding tijdens de zitting worden gehoord. Gezien de onvoorziene praktische problemen waarmee de rechtbanken te maken kregen in de eerste weken van de COVID-19 pandemie en de omstandigheid dat zijn advocaat wel telefonisch bij de zitting was, oordeelt het EHRM dat er geen schending heeft plaatsgevonden van artikel 5 lid 4 EVRM.
Uitspraak internationaal | 18 november 2021
Bestand: pdf - 228.9KB
Trefwoorden: Eerlijk proces | Effectief rechtsmiddel (zie Rechtsmiddel)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak R.H.S.N. tegen Nederland (zaak nr. 585/19) besloten de zaak niet ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 35, derde lid, onder a en b, en vierde lid, van het EVRM.
De zaak betreft het recht op een eerlijk proces en het recht op daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 6 lid 1 en 13 EVRM) en het bijzonder de behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn en het aanzienlijk nadeel geleden door verzoeker. Het EHRM overweegt dat er geen objectieve indicaties zijn voor het vaststellen dat verzoeker een aanzienlijk nadeel heeft geleden door de vermeende schending van artikel 6 lid 1 EVRM. Nu dit aanzienlijke nadeel niet aanwezig is, is een effectief rechtsmiddel onder artikel 13 EVRM geen vereiste. Derhalve heeft het EHRM de zaak niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 35, derde lid, onder sub a en b, en vierde lid, van het EVRM.
Overig | 9 december 2021
Bestand: pdf - 114.1KB
Dossier: Nationale Groep van het Permanent Hof van Arbitrage
Trefwoorden: Arbitrage | Geschillenbeslechting (zie Internationale geschillenbeslechting) | Vreedzame geschillenbeslechting (zie Int. geschillenbeslechting, vreedzame)
Dit document bevat de hoofdlijnen voor een voordrachtsprocedure voor kandidaten voor de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV).
Bestand: pdf - 69.2KB
This document sets out the recruitment and selection procedure that will be followed by the Dutch National Group in the Permanent Court of Arbitration in respect of candidates for international positions nominated by the Netherlands.
Bestand: pdf - 69KB
Dit document bevat de hoofdlijnen voor een werving- en selectieprocedure van door Nederland voor te dragen kandidaten voor internationale posities door de Nederlandse Nationale Groep van het Permanent Hof van Arbitrage.
Overig | 18 december 2020
Bestand: pdf - 783.6KB
Dossier: Antarctica | De Noordpool
Trefwoorden: Internationaal milieurecht | Wetenschappelijk onderzoek
Dit document bevat de Nederlandse Polaire Strategie voor de periode 2021-2025. De strategie beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in de poolgebieden op het gebied van o.a. geopolitiek, klimaat en economische ontwikkelingen, en de relevantie daarvan voor Nederland. Het Nederlands polair beleid stoelt al geruime tijd op drie kernbegrippen: duurzaamheid, internationale samenwerking en wetenschappelijk onderzoek. De strategie geeft weer hoe Nederland de komende jaren betrokken wil zijn bij de ontwikkelingen en hoe Nederland zijn doelen nastreeft.
Overig | 3 november 2020
Bestand: pdf - 504.3KB
Dit document bevat de 5e en 6e periodieke rapportage van Nederland onder het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (CRC). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het Verdrag.
Uitspraak internationaal | 2 december 2021
Bestand: pdf - 282.7KB
Trefwoorden: Bewegingsvrijheid (zie Reisbeperkingen; zie Vrijheid van verplaatsing) | Eerbiediging van privé leven, familie- en gezinsleven (zie Privacy) | Eerlijk proces
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak W.P.W. tegen Nederland (zaak nr. 57294/16) besloten de zaak niet ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 35, derde lid, onder a, en vierde lid, van het EVRM.
De zaak betreft het recht op het privéleven (artikel 8 EVRM), de vrijheid van beweging (artikel 2 Protocol Nr. 4 EVRM), het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en het recht op daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM). Het EHRM overweegt dat voor de inbreuk op de rechten onder artikel 8 EVRM sprake is van een legitiem doel, omdat vingerafdrukken worden afgenomen en bewaard om identiteitsfraude en vervalsing van paspoorten tegen te gaan. Over de noodzakelijkheid concludeert het EHRM dat het vermoeden van gelijkwaardige bescherming van mensenrechten door de EU van toepassing is en de bescherming van EVRM-rechten in de huidige casus niet duidelijk tekort is geschoten. Derhalve heeft het EHRM de zaak niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 35, derde lid, onder a, en vierde lid, van het EVRM.
Uitspraak internationaal | 19 november 2021
Bestand: pdf - 432KB
Het VN Comité tegen Foltering (CAT) heeft in de zaak D.B. (zaak nr. 824/2017) geoordeeld dat de uitzetting van verzoekster geen schending van het verbod op foltering onder artikel 3 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (CAT) zal opleveren.
De zaak betreft het verbod op foltering en in het bijzonder het gevaar op foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing bij uitzetting. Het Comité overweegt in deze zaak dat verzoekster onvoldoende heeft aangetoond dat zij een reëel, persoonlijk en voorzienbaar risico loopt op foltering. Gezien de tegenstrijdige en onaannemelijke verklaringen met betrekking tot de aard van haar asielaanvraag heeft verzoekster niet kunnen het Comité niet ervan kunnen overtuigen dat zij het risico loopt op vrouwelijke genitale verminking bij uitzetting naar Guinee. Derhalve oordeelt het Comité dat er bij uitzetting van verzoekster naar Guinee geen schending zal plaatsvinden van artikel 3 CAT.
Bestand: pdf - 306.7KB
Trefwoorden: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de zaak H.G.D.W. v. The Netherlands (zaak nr. 9476/19) geoordeeld dat het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 van het Verdrag (EVRM) niet geschonden is.
Verzoekster stelt in deze zaak dat er inbreuk is gemaakt op haar vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 EVRM. De centrale vraag in deze zaak is of de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster valt onder artikel 9 EVRM. Het EVRM overweegt in deze zaak dat een godsdienst of geloofsovertuiging, onder artikel 9 EVRM, een zeker niveau aan overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang bereikt moet hebben. Gezien het parodiërende karakter van de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster is dit niet het geval en is er geen sprake van een godsdienst of geloofsovertuiging in de zin van artikel 9 EVRM. Derhalve oordeelt het EHRM dat de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster niet valt onder artikel 9 EVRM. Het EHRM verklaart de klacht van verzoekster kennelijk ongegrond en niet-ontvankelijk.
Uitspraak internationaal | 28 december 2021
Bestand: pdf - 1MB
Trefwoorden: Eerbiediging van privé leven, familie- en gezinsleven (zie Privacy) | Foltering, verbod
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak S. tegen Denemarken (zaak nr. 57467/15) geoordeeld dat er sprake was van een schending van artikel 8 van het Verdrag (EVRM). Nederland heeft als derde-partij een reactie ingediend over een aantal algemene punten die zaakoverstijgend zijn.
De zaak betreft het verbod op foltering (artikel 3 EVRM) en het recht op het privéleven (artikel 8 EVRM). Wat betreft artikel 3 EVRM overweegt het EHRM dat in de onderhavige zaak niet is aangetoond dat de uitzetting van verzoeker naar Turkije een blootstelling aan een ernstige, snelle en onomkeerbare achteruitgang van zijn gezondheidstoestand resulterend in intens lijden zou opleveren, laat staan aan een significante vermindering van de levensverwachting. Het EHRM komt daarom tot de conclusie dat de hoge drempel voor toepassing van artikel 3 EVRM in dit geval niet wordt gehaald. In de beoordeling van de klacht onder artikel 8 EVRM constateert het Hof dat er door de Deense rechtbanken onvoldoende rekening was gehouden met enerzijds de gewijzigde persoonlijke omstandigheden in de periode van tussen 2009 en 2015 en anderzijds de persoonlijke band die verzoeker heeft met Denemarken. Om die redenen concludeert het EHRM dat er geen voldoende zorgvuldige en proportionele belangenafweging heeft plaatsgevonden. Derhalve heeft het EHRM geoordeeld dat er geen sprake was van een schending van artikel 3 EVRM, maar wel een schending van artikel 8 EVRM.
Kamerbrief | 5 juli 2019
Bestand: pdf - 80KB
Dossier: Vrede en veiligheid | Cyber
Trefwoorden: Cyber | Cyberoperatie | Cyberstrategie | Digitaal
Het doel van deze Kamerbrief betreffende de internationale rechtsorde in het digitale domein is om de Tweede Kamer der Staten-Generaal te informeren over de toepassing van bestaand internationaal recht op het digitale domein. Ook bevat de brief een weergave van initiatieven ten behoeve van het bestendigen van de internationale rechtsorde in het digitale domein. In de bijlage wordt op de belangrijkste volkenrechtelijke aspecten ingegaan. De kamerbrief en de bijlage zijn aangeboden door de Ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie, Justitie en Veiligheid, en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Kamerbrief | 18 februari 2023
Dossier: Staten | Diplomatieke en consulaire privileges en immuniteiten
Trefwoorden: Aansprakelijkheid, Staats- | Diplomatieke betrekkingen | Diplomatieke missie | Tegenmaatregel
In de Kamerbrief wordt de Kamer geïnformeerd over de reden voor de sluiting van het Handelskantoor van de Russische Federatie in Amsterdam, d.w.z. ontoereikende diplomatieke bezetting ten gevolge van de uitwijzing van een groot deel van de diplomatieke staf van Moskou en Sint Petersburg en het uitblijven van resultaat in de onderhandeling met Rusland over de verstrekking van visa aan nieuwe diplomatieke medewerkers.
Content Dossier / MLA | 2 april 2021
Het Permanent Hof van Arbitrage (PHA) is het eerste permanente internationale mechanisme voor de vreedzame beslechting van geschillen tussen staten. Het is opgericht onder twee in Den Haag tot ...
Content Dossier / MLA | 27 december 2018
Dossier: Milieubescherming
Op het terrein van milieubescherming zijn er internationale regels over grondstoffenwinning en de leefomgeving. De regels beogen menselijke activiteiten te reguleren die een negatief effect op het ...
Dossier: Grond- en zeegebied
Grond- en zeegebied spelen een belangrijke rol in het internationaal recht. Grondgebied wordt traditioneel wel gedefinieerd als de geografische ruimte waarin een politieke gemeenschap van mensen ...
Dossier: Caribische landen Koninkrijk
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De laatste drie liggen in het Caribisch gebied. Het land Nederland bestaat uit het in Europa ...
Veelgestelde vragen | 17 december 2019
Dossier: Erkenning | Lidmaatschap
Actuele informatie over het aantal VN-lidstaten (en waarnemers bij de organisatie) met vermelding van het jaar van toelating tot de organisatie is te raadplegen via de website van de Verenigde ...
Toont 361 - 390 van 543 resultaten.