Inloggen Account aanvragen
Document | 8 januari 2020
Bestand: pdf - 447.9KB
Advies AIV | 4 maart 2016
Bestand: pdf - 606.2KB
Dossier: Wapens
Trefwoorden: Conventionele wapens
Dit document bevat advies nr. 26 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende de toekomst en het gebruik van autonome wapensystemen, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Advies CAVV | 21 november 2016
Bestand: pdf - 2.2MB
Dossier: Aansprakelijkheid
Trefwoorden: Aansprakelijkheid internationale organisaties | Internationale geschillenbeslechting | Internationale organisaties, immuniteit
Dit document bevat advies nr. 27 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake de mogelijkheden tot aansprakelijkheidstelling van internationale organisaties, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Advies AIV | 30 oktober 2001
Bestand: pdf - 299.5KB
Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik | Humanitair oorlogsrecht
Trefwoorden: Humanitair oorlogsrecht (zie Internationaal humanitair recht) | Humanitaire interventie (zie Interventie ter bescherming van onderdanen) | Internationaal humanitair recht | Ius in bello (zie Internationaal humanitair recht)
Dit document bevat advies nr. 7 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende de problematiek rondom humanitaire interventie, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Document | 15 januari 2020
Bestand: pdf - 603.1KB
Bestand: pdf - 88.7KB
Bestand: pdf - 78.7KB
Bestand: pdf - 28.5KB
Bestand: pdf - 817KB
Bestand: pdf - 57.7KB
Bestand: pdf - 273.9KB
Bestand: pdf - 71.9KB
Bestand: pdf - 32.4KB
Bestand: pdf - 598KB
Bestand: pdf - 31.2KB
Document | 17 januari 2020
Bestand: docx - 12.7KB
Bestand: pdf - 83.6KB
Uitspraak nationaal | 1 april 2011 | Hoge Raad
Bestand: pdf - 101KB
Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
De Hoge Raad oordeelt dat nu noch uit de tekst, noch uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Vrouwenverdrag valt af te leiden dat de verdragsluitende Staten zijn overeengekomen dat aan art. 11 lid 2, onder b, geen rechtstreekse werking mag worden toegekend, voor het antwoord op de vraag of die verdragsbepaling rechtstreekse werking heeft, de inhoud van de bepaling beslissend is: verplicht deze de Nederlandse wetgever tot het treffen van een nationale regeling met bepaalde inhoud of strekking, of is deze van dien aard dat de bepaling in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht kan functioneren (HR 30 mei 1986, LJN AC9402, NJ 1986/688). Van belang is of een bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om door de rechter te worden toegepast. Zie essentie r.o. 3.3.3.
Arrest Hoge Raad
Jurisprudentie | 9 april 2010 | Hoge Raad
Bestand: pdf - 120.9KB
De Hoge Raad oordeelt dat art. 7a VN-Vrouwenverdrag rechtstreekse werking heeft (in de zin van art. 93 en 94 Gw.). Het VN-Vrouwenverdrag eist dat de Staat passief kiesrecht voor vrouwen effectief verzekert. Verdrag laat Staat op dit punt geen beleidsvrijheid. Discriminatieverbod weegt, in zoverre het de kiesrechten van alle burgers waarborgt - neergelegd in art. 4 Gw., art. 25 in verband met art. 2 IVBPR en, toegespitst op de onderhavige kwestie, art. 7 Vrouwenverdrag - zwaarder dan de andere grondrechten die in het geding zijn. Staat is gehouden maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat SGP passief kiesrecht aan vrouwen toekent, waarbij de Staat een effectieve maatregel moet kiezen die zo min mogelijk inbreuk maakt op de grondrechten van de SGP. Rechter niet bevoegd Staat te bevelen wetgeving in formele zin tot stand te brengen (vgl. HR 21 maart 2003, NJ 2003, 691). Voor een rechterlijk gebod tot treffen van maatregelen ter voldoening aan art. 7 Vrouwenverdrag is in beginsel evenmin plaats. Dit geldt ook voor een bevel tot stopzetting subsidie SGP. Staat handelt in strijd met art. 7, aanhef en onder a en c, VN-Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig door ten aanzien van politieke partij volgens welke aan vrouwen geen passief kiesrecht toekomt voor algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen, niet de maatregelen te nemen die art. 7, aanhef en onder a en c, van het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van hem vergt. Zie essentie r.o. 4.4.2
Jurisprudentie | 27 juni 2001 | Internationaal Gerechtshof
Bestand: pdf - 2.8MB
Het Internationaal Gerechtshof komt op basis van de tekst van artikel 36, eerste lid, van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen tot het oordeel dat dit artikel individuele rechten creëert die voor de nationale rechter moeten kunnen worden ingeroepen. Zie essentie par. 77.
Uitspraak Internationaal Gerechtshof (IGH)
Jurisprudentie | 15 september 2004 | Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
Bestand: pdf - 136.5KB
Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat wanneer partijen een beroep doen op een bepaling van volkenrechtelijke aard de rechter tot taak heeft om een oordeel te geven over de vraag of een correcte uitvoering en toepassing van volkenrechtelijke regels in de nationale rechtsorde heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid van de rechter om volkenrecht toe te passen berust onder meer op de artikelen 93 en 94 van de Grondwet.
De rechter is bevoegd het volkenrecht toe te passen in de nationale rechtsorde, voorzover zich dat voor toepassing door hem leent, ook in gevallen waarin er geen strijd is met nationale wettelijke voorschriften.
Aangezien de tekst, noch de geschiedenis van de totstandkoming van de Overeenkomst aanwijzingen bevatten dat de overeenkomstsluitende partijen al dan niet rechtstreekse werking aan de bepalingen van de Overeenkomst hebben willen verlenen, is voor de beantwoording van de vraag of aan die bepalingen een zodanige werking toekomt de inhoud van die bepalingen beslissend. De bepalingen van de Overeenkomst dienen zodanig concreet en hanteerbaar te zijn dat zij door de rechter kunnen worden toegepast. In dat verband kunnen de bewoordingen, context, doel en strekking van de bepalingen en de samenhang met andere bepalingen uit de Overeenkomst worden bezien. Dat, zoals verweerder betoogt, de Overeenkomst alleen verplichtingen zou opleggen aan staten betekent niet zonder meer dat deze niet als een ieder verbindend kan worden aangemerkt. Voorzover verweerder wijst op het standpunt van de regering dat de bepalingen als richtlijnen dienen te worden beschouwd, merkt de Afdeling op dat beantwoording van de vraag of een verdrag een ieder verbindende bepalingen bevat uiteindelijk is voorbehouden aan de rechter. Zie essentie r.o. 2.2.3 – 2.2.6.
UItspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
Memorie van toelichting | 1 januari 1977 | Tweede Kamer
Bestand: pdf - 2.7MB
In de Memorie van Toelichting is uiteengezet dat uitbreiding van het toetsingsrecht van de rechter tot het terrein van het ongeschreven volkenrecht (gewoonterecht) uit praktisch oogpunt bezwaarlijk is, omdat over de inhoud van dit recht vaak onzekerheden bestaan. Hierdoor zouden grondwettelijke bevoegdheden van regering en parlement kunnen worden gefrustreerd.
Memorie van Toelichting (TK 1977-1978, nr. 3, pag. 12 e.v.)
Document | 12 november 2004 | Afdeling Bestuursrechtsrpaak Raad van State
Bestand: pdf - 128.4KB
De Afdeling oordeelde dat uit artikel 94 van de Grondwet en de jurisprudentie van de Afdeling hieromtrent volgt, dat niet uitsluitend de rechter, maar in voorkomende gevallen ook bestuursorganen een ieder verbindende verdragsbepalingen moeten toepassen. Dit kan ertoe leiden dat ook bestuursorganen de begrenzingen voortvloeiend uit een bepaalde regeling van Nederlands recht buiten toepassing moeten laten. Dit kan zich voordoen in het geval waarin een bestuursorgaan bij zijn beoordeling in beginsel slechts de limitatief in de desbetreffende wet of regeling opgenomen gronden of omstandigheden mag betrekken. Zie relevante overwegingen r.o. 6.3-6.5.
Uitspraak ABRvS
Kamerbrief | 1 januari 2007 | Kabinet
Bestand: pdf - 32.1KB
In deze Kabinetsnotitie wordt ingegaan op het in Nederland geldende gematigde monisme, de consequenties hiervan voor de beleidsvrijheid van de nationale wetgever, en de voor- en nadelen van alternatieve systemen van doorwerking. Samengevat weergegeven is de conclusie van het kabinet, zoals weergegeven in de notitie:
Kabinetsnotitie (Tweede Kamer, 2007-2009, 29861, nr. 19)
Document | 23 januari 2020
Bestand: pdf - 1MB
Inbreng internationaal overleg | 30 april 2007
Bestand: pdf - 291.3KB
Dossier: Antarctica
Trefwoorden: Verdragen, interpretatie
Dit werkdocument van Nederland is ingediend tijdens de 30ste Antarctic Treaty Consultative Meeting met als doel een proces op gang te brengen wat partijen kan helpen bij het identificeren van activiteiten die onder de reikwijdte van artikel VII.5 Verdrag van Antarctica vallen.
Kamerbrief | 28 maart 2016
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting
Trefwoorden: Geschillenbeslechting (zie Internationale geschillenbeslechting) | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Ruimte, de (kosmische) | Volle zee
Deze beleidsdoorlichting concentreert zich op vier werkterreinen: de vreedzame geschillenbeslechting, het tegengaan van straffeloosheid, de hervorming van de VN-Veiligheidsraad en het beleid inzake gebieden die buiten de rechtsmacht van landen liggen, zoals de volle zee, Antarctica en de ruimte (internationaal gebied). De studie beschrijft hoe Nederland zich op deze terreinen heeft ingezet, en welke resultaten al dan niet mede door toedoen van Nederland zijn geboekt.
Inbreng internationaal overleg | 10 februari 2016
Bestand: pdf - 191.3KB
Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik
Trefwoorden: Geweldgebruik (zie Ius ad bellum) | Geweldgebruik, collectief | Ius ad bellum | Notificatieplicht | Zelfverdediging, collectieve
Dit document bevat de notificatie van Nederland aan VN Veiligheidsraad inzake het voorgenomen Nederlands geweldgebruik tegen ISIS in Syrië op basis van collectieve zelfverdediging van Irak tegen ISIS aanvallen vanuit Syrië.
Kamerbrief | 29 januari 2016
Bestand: pdf - 101.4KB
Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik | Terrorismebestrijding
Trefwoorden: Geweldgebruik (zie Ius ad bellum) | Geweldgebruik, collectief | Ius ad bellum | Terrorisme | Terrorismebestrijding | Zelfverdediging, collectieve
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de intensivering van de Nederlandse bijdrage aan zowel een politieke oplossing voor Syrië als de strijd tegen ISIS in Irak en Syrië. De intensivering behelst een breed pakket aan maatregelen, onder te verdelen in politieke, militaire en stabilisatiemiddelen.
Kamerbrief
Toont 91 - 120 van 543 resultaten.