Zoeken

Web content search

171 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

Arrest Hoge Raad (stichting proefprocessenfonds Clara Wichmann)

Uitspraak nationaal | 1 april 2011 | Hoge Raad

Bestand: pdf - 101KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

De Hoge Raad oordeelt dat nu noch uit de tekst, noch uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Vrouwenverdrag valt af te leiden dat de verdragsluitende Staten zijn overeengekomen dat aan art. 11 lid 2, onder b, geen rechtstreekse werking mag worden toegekend, voor het antwoord op de vraag of die verdragsbepaling rechtstreekse werking heeft, de inhoud van de bepaling beslissend is: verplicht deze de Nederlandse wetgever tot het treffen van een nationale regeling met bepaalde inhoud of strekking, of is deze van dien aard dat de bepaling in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht kan functioneren (HR 30 mei 1986, LJN AC9402, NJ 1986/688). Van belang is of een bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om door de rechter te worden toegepast. Zie essentie r.o. 3.3.3.

Arrest Hoge Raad

Arrest Hoge Raad in de zaak Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann v. de Staat Der Nederlanden

Uitspraak nationaal | 1 april 2011

Bestand: pdf - 103KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Nationaal recht en internationaal recht, verhouding tussen | Verdragen, implementatie | Verdragen, rechtstreekse werking

In deze uitspraak komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het resultaat van de te nemen maatregelen in Artikel 11 lid 2, onder b, van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) onvoldoende nauwkeurig is omgeschreven en dat deze bepaling derhalve ongeschikt is voor rechtsreekse toepassing door de nationale rechter.

Uitspraak 

Kabinetsreactie en AIV-advies piraterijbestrijding op zee

Kamerbrief | 1 april 2011

Bestand: pdf - 1MB

Dossier: Piraterijbestrijding

Trefwoorden: Piraterij

Deze brief bevat de kabinetsreactie op het AIV-advies ‘Piraterijbestrijding op zee - een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden’. Het kabinet oordeelt dat reders en kapiteins zelf hoofdverantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun schepen en zelf zelfbeschermingsmaatregelen dienen te treffen.

Kamerbrief inzake de huidige situatie in de Westelijke Sahara

Kamerbrief | 7 december 2010

Bestand: pdf - 43.9KB

Dossier: Zelfbeschikking volken

Trefwoorden: Erkenning | Erkenning van staten | Erkenning, niet- | Niet-zelf-besturend gebied (zie Trustgebied) | Zelfbeschikkingsrecht, extern

Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer op verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over de huidige situatie in de Westelijke Sahara.

 

Nota naar aanleiding van het verslag bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen verricht tegen de veiligheid van de zeevaart en het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat

Overig | 28 augustus 2010

Bestand: pdf - 48.5KB

Dossier: Transport | Terrorismebestrijding

Trefwoorden: Continentaal plateau | Scheepvaart | Terrorismebestrijding

Dit document bevat de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen verricht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat.

Nota naar aanleiding van het verslag

Arrest Hoge Raad (Vrouwenstandpunt SGP)

Jurisprudentie | 9 april 2010 | Hoge Raad

Bestand: pdf - 120.9KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

De Hoge Raad oordeelt dat art. 7a VN-Vrouwenverdrag rechtstreekse werking heeft (in de zin van art. 93 en 94 Gw.). Het VN-Vrouwenverdrag eist dat de Staat passief kiesrecht voor vrouwen effectief verzekert. Verdrag laat Staat op dit punt geen beleidsvrijheid. Discriminatieverbod weegt, in zoverre het de kiesrechten van alle burgers waarborgt - neergelegd in art. 4 Gw., art. 25 in verband met art. 2 IVBPR en, toegespitst op de onderhavige kwestie, art. 7 Vrouwenverdrag - zwaarder dan de andere grondrechten die in het geding zijn. Staat is gehouden maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat SGP passief kiesrecht aan vrouwen toekent, waarbij de Staat een effectieve maatregel moet kiezen die zo min mogelijk inbreuk maakt op de grondrechten van de SGP. Rechter niet bevoegd Staat te bevelen wetgeving in formele zin tot stand te brengen (vgl. HR 21 maart 2003, NJ 2003, 691). Voor een rechterlijk gebod tot treffen van maatregelen ter voldoening aan art. 7 Vrouwenverdrag is in beginsel evenmin plaats. Dit geldt ook voor een bevel tot stopzetting subsidie SGP. Staat handelt in strijd met art. 7, aanhef en onder a en c, VN-Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig door ten aanzien van politieke partij volgens welke aan vrouwen geen passief kiesrecht toekomt voor algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen, niet de maatregelen te nemen die art. 7, aanhef en onder a en c, van het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van hem vergt. Zie essentie r.o. 4.4.2

Arrest Hoge Raad

Arrest Hoge Raad (de Staat v. Clara Wichmann c.s. en SGP v. Clara Wichmann c.s.)

Uitspraak nationaal | 9 april 2010

Bestand: pdf - 124.7KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Nationaal recht en internationaal recht, verhouding tussen | Verdragen, implementatie | Verdragen, rechtstreekse werking

In deze uitspraak komt de Hoge Raad tot de conclusie dat artikel 7 (c) van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) rechtstreekse werking toekomt. Dit heeft tot gevolg dat de Staat gehouden is om maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent en dat de Staat daarbij een maatregel moet inzetten die effectief is en tegelijkertijd de minste inbreuk maakt op de grondrechten van de (leden van de) SGP.

Memorie van toelichting bij Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart en Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat

Memorie van toelichting | 19 december 2009

Bestand: pdf - 35.5KB

Dossier: Grond- en zeegebied | Terrorismebestrijding

Trefwoorden: Continentaal plateau | Installaties voor de exploratie of exploitatie van bodemrijkdommen | Piraterij | Scheepvaart

Dit document bevat de memorie van toelichting bij Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat. 

Kabinetsreactie en CAVV Advies ‘Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties’

Advies AIV | 15 december 2009

Bestand: pdf - 298.1KB

Dossier: Mensenrechten

Trefwoorden: Internationale misdrijven (zie Oorlogsmisdrijven) | Oorlogsmisdrijven | Responsibility to protect | Vervolging

Dit document bevat advies nr. 19 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende ‘Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties’, en de reactie van het kabinet op dit advies.

Bijgewerkte EU-richtsnoeren bevordering van de naleving van het internationale humanitaire recht (Nederlandse versie)

Leidraden (draaiboeken, richtlijnen, handleidingen, procedures) | 15 december 2009

Bestand: pdf - 727.2KB

Dossier: Humanitair oorlogsrecht

Trefwoorden: Bezetting | Bezetting en Internationaal humanitair recht | Gewapend conflict | Gewapend conflict, internationaal | Humanitair oorlogsrecht (zie Internationaal humanitair recht) | Internationaal humanitair recht | Nalevingprocedures

Dit document bevat de Nederlandse versie van Richtlijn 2009/C 303/06 van de Raad van de EU inzake de bijgewerkte richtsnoeren om operationele instrumenten voor de Europese Union en haar instellingen en organen op te stellen ter bevordering van de naleving van het internationaal humanitaire recht (IHL).

Kamerbrief inzake de erkenning van de Republiek Kosovo

Kamerbrief | 4 maart 2008

Bestand: pdf - 19.2KB

Dossier: Erkenning

Trefwoorden: Afscheiding | Erkenning | Onafhankelijkheid

Met deze Brief informeert de Minister van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer dat het Koninkrijk der Nederlanden de Republiek Kosovo erkent en wordt dit besluit nader toegelicht.

Kamerbrief

Notitie over de rechtsgrondslag en het mandaat van missies met deelname van Nederlandse militaire eenheden

Kamerbrief | 22 juni 2007

Bestand: pdf - 39.6KB

Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik

Trefwoorden: Geweldgebruik (zie Ius ad bellum) | Humanitaire interventie (zie Interventie ter bescherming van onderdanen) | Responsibility to protect | Zelfverdediging

Dit document bevat een omschrijving van bestaande internationaalrechtelijke rechtsgrondslagen voor geweldgebruik. Als zodanig is het bij uitstek een referentiedocument waar het gaat om dergelijke rechtsgrondslagen.

Kabinetsreactie en CAVV advies inzake de ontwerpartikelen met betrekking tot diplomatieke bescherming

Advies CAVV | 9 september 2005

Bestand: pdf - 40.1KB

Dossier: Diplomatieke bescherming en consulaire zaken

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming

Dit document bevat advies nr. 16 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende de door de International Law Commission (ILC) opgestelde ontwerpartikelen met betrekking tot diplomatieke bescherming, en de reactie van het kabinet op dit advies.

Kabinetsreactie en AIV/CAVV Advies ‘falende staten: een wereldwijde verantwoordelijkheid’

Advies AIV | 11 maart 2005

Bestand: pdf - 763.7KB

Dossier: Vredesmachten

Trefwoorden: Soevereiniteit

Dit document bevat advies nr. 14 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende falende staten, en de reactie van het kabinet op dit advies. Het kabinet gaat onder meer in op de Nederlandse inzet bij wederopbouw, de inzet van militaire middelen en de rol van de Verenigde Naties. 

Kamerbrief inzake bestrijding internationaal terrorisme

Kamerbrief | 10 maart 2005

Bestand: pdf - 23.3KB

Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik | Terrorismebestrijding

Trefwoorden: Geweldgebruik, collectief | Terrorisme | Terrorismebestrijding | Zelfverdediging, collectieve

Deze brief informeert de Tweede Kamer over de criteria op basis waarvan kan worden beoordeeld wanneer niet langer een beroep kan worden gedaan op het recht op (collectieve) zelfverdediging.

Kamerbrief

Uitspraak ABRvS burgemeester mag bij vergunning voor 'Sinterklaasintocht' geen oordeel vellen over 'Zwarte Piet'

Document | 12 november 2004 | Afdeling Bestuursrechtsrpaak Raad van State

Bestand: pdf - 128.4KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

De Afdeling oordeelde dat uit artikel 94 van de Grondwet en de jurisprudentie van de Afdeling hieromtrent volgt, dat niet uitsluitend de rechter, maar in voorkomende gevallen ook bestuursorganen een ieder verbindende verdragsbepalingen moeten toepassen. Dit kan ertoe leiden dat ook bestuursorganen de begrenzingen voortvloeiend uit een bepaalde regeling van Nederlands recht buiten toepassing moeten laten. Dit kan zich voordoen in het geval waarin een bestuursorgaan bij zijn beoordeling in beginsel slechts de limitatief in de desbetreffende wet of regeling opgenomen gronden of omstandigheden mag betrekken. Zie relevante overwegingen r.o. 6.3-6.5.

Uitspraak ABRvS

Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel

Overig | 25 oktober 2004

Bestand: pdf - 49.6KB

Dossier: Drugsbestrijding

Trefwoorden: Drugshandel | Drugsverstrekking van overheidswege

Dit kaderbesluit bevestigt – in de artikelen 2 en 4 – de verplichtingen van de VN-verdragen en harmoniseert op een minimumniveau de strafmaxima voor de vrijheidsstraffen die op de verboden gedragingen dienen te worden gesteld.

Kaderbesluit

Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State Europese overeenkomst inzake Europese hoofdwegen

Jurisprudentie | 15 september 2004 | Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Bestand: pdf - 136.5KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat wanneer partijen een beroep doen op een bepaling van volkenrechtelijke aard de rechter tot taak heeft om een oordeel te geven over de vraag of een correcte uitvoering en toepassing van volkenrechtelijke regels in de nationale rechtsorde heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid van de rechter om volkenrecht toe te passen berust onder meer op de artikelen 93 en 94 van de Grondwet.

De rechter is bevoegd het volkenrecht toe te passen in de nationale rechtsorde, voorzover zich dat voor toepassing door hem leent, ook in gevallen waarin er geen strijd is met nationale wettelijke voorschriften.

Aangezien de tekst, noch de geschiedenis van de totstandkoming van de Overeenkomst aanwijzingen bevatten dat de overeenkomstsluitende partijen al dan niet rechtstreekse werking aan de bepalingen van de Overeenkomst hebben willen verlenen, is voor de beantwoording van de vraag of aan die bepalingen een zodanige werking toekomt de inhoud  van die bepalingen beslissend. De bepalingen van de Overeenkomst dienen zodanig concreet en hanteerbaar te zijn dat zij door de rechter kunnen worden toegepast. In dat verband kunnen de bewoordingen, context, doel en strekking van de bepalingen en de samenhang met andere bepalingen uit de Overeenkomst worden bezien. Dat, zoals verweerder betoogt, de Overeenkomst alleen verplichtingen zou opleggen aan staten betekent niet zonder meer dat deze niet als een ieder verbindend kan worden aangemerkt. Voorzover verweerder wijst op het standpunt van de regering dat de bepalingen als richtlijnen dienen te worden beschouwd, merkt de Afdeling op dat beantwoording van de vraag of een verdrag een ieder verbindende bepalingen bevat uiteindelijk is voorbehouden aan de rechter. Zie essentie r.o. 2.2.3 – 2.2.6.

UItspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Rapport WODC over doorwerking van het Verdrag inzake de rechten van het kind

Overig | 1 januari 2003 | WODC

Bestand: pdf - 3MB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

Het onderzoek richtte zich op de doorwerking van de bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) in de Nederlandse rechtspraak. In het rapport wordt een overzicht gegeven van en commentaar gegeven bij de relevante rechtspraak tot en met jaar 2001.

Onderzoeksrapport

Kabinetsreactie en CAVV Advies inzake aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden tijdens VN vredesoperaties

Advies CAVV | 19 juli 2002

Bestand: pdf - 284.1KB

Dossier: Vredesmachten

Trefwoorden: Vredebewarende operaties | Vredesmachten (zie Vredebewarende operaties)

Dit document bevat advies nr. 13 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden tijdens VN vredesoperaties, en de reactie van het kabinet op dit advies.