Inloggen Account aanvragen
Advies overig | 4 juni 2020
Bestand: pdf - 1MB
Dossier: Piraterijbestrijding
Trefwoorden: Piraterij | Scheepvaart | Terrorismebestrijding
Dit document bevat het rapport van de Adviescommissie gewapende particuliere beveiliging tegen piraterij inzake geweldsmonopolie en piraterij.
Overig | 1 juni 2020
Bestand: pdf - 374.6KB
Dossier: Mensenrechten
Trefwoorden: Individueel klachtrecht | Mensenrechtenschendingen | Verdragsverplichtingen, materiële schending van
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2019 alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Overig | 1 mei 2020
Bestand: pdf - 2MB
Dossier: MH17
Trefwoorden: MH17 | Staatsaansprakelijkheid (zie Aansprakelijkheid, Staats-)
De tijdlijn geeft belangrijke stappen weer van de inzet van de Nederlandse regering om te komen tot waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17
Document | 25 maart 2020
Bestand: pdf - 1.4MB
Bestand: pdf - 189.8KB
Bestand: pdf - 1.3MB
Bestand: pdf - 1.2MB
Commentaar | 20 maart 2020
Bestand: pdf - 257.3KB
Bestand: pdf - 1.7MB
Bestand: pdf - 434.8KB
Bestand: pdf - 158.3KB
Jurisprudentie | 13 maart 2020
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Het Comité voor de Uitbanning van Discriminatie van Vrouwen (Comité) heeft in de zaak G.M.N.F. (zaak nr. 117-2017) de klacht van de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 4 lid 1 van het Facultatief Protocol wetens niet-uitputten van nationale rechtsmiddelen.
De zaak betreft in essentie de terugkeer van een kind naar haar vader (VS) terwijl het kind bij haar moeder in Nederland verbleef. De verzoekster (de moeder) wilde niet meer met haar dochter terugkeren naar de VS. Op 22 april 2014 werd de dochter aan haar vader overdragen met het oog op een terugkeer naar de VS. De verzoekster stelt dat de regering ongelijke en genderbevooroordeelde beslissingen heeft genomen ten aanzien van haar en haar dochter. Bovendien zijn de belangen van de dochter als kind volgens de verzoekster niet in overweging genomen. Het Comité merkte op dat de verzoekster niet alle nationale rechtsmiddelen heeft aangewend om de vermeende discriminatie op grond van geslacht aan te vechten. Om die reden concludeert het Comité dat de onderhavige klacht niet-ontvankelijk was op grond van artikel 4 lid 1 van het Facultatief Protocol wegens niet-uitputten van de nationale rechtsmiddelen.
Commentaar | 12 maart 2020
Bestand: pdf - 585.4KB
Jurisprudentie | 5 maart 2020
Trefwoorden: Eerlijk proces | Effectief rechtsmiddel (zie Rechtsmiddel) | Foltering, verbod | Onmenselijke en vernederende behandeling, verbod (zie Foltering, verbod) | Rechtsmacht | Rechtsmacht, extra-territoriale
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak M.N. v. Belgium (zaak nr. 3599/18) de klacht van de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens het Hof alle vermeende schendingen van het Verdrag (EVRM) buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.
De zaak betreft het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (artikel 3 EVRM), het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM) en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). De verzoekers (een Syrische familie) hebben een klacht ingediend, nadat België meerdere asielaanvragen had afgewezen. Het EHRM oordeelt dat de klacht niet inhoudelijk behandeld kan worden, omdat de verzoekers niet onder de rechtsmacht van België vallen. Ten eerste bevonden de verzoekers zich niet op Belgisch grondgebied of elders waar België effectieve control uitoefende. Ook oefende de medewerkers van de Belgische ambassade geen de facto control uit over de verzoekers. Hierdoor verklaart het EHRM de klacht niet-ontvankelijk aangezien alle vermeende schendingen buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.
Kamerbrief | 12 februari 2020
Bestand: pdf - 48.9KB
Dossier: Staatsaansprakelijkheid | MH17
In de Kamerbrief wordt ingegaan op de voorbereiding van het strafproces, de internationale inbedding van het strafproces, de individuele klachtprocedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de staatsaansprakelijkheid.
Tweede Kamer, 2019-2020, 33997, nr. 150
Document | 23 januari 2020
Document | 15 januari 2020
Bestand: pdf - 57.7KB
Document | 8 januari 2020
Bestand: pdf - 447.9KB
Uitspraak nationaal | 20 december 2019 | Hoge Raad
Bestand: pdf - 274.3KB
Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking) | Mensenrechten, directe werking
De Hoge Raad wijst erop dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de staten die bij het verdrag zijn aangesloten ertoe verplicht om voor hun ingezetenen de rechten en vrijheden te verzekeren die in het verdrag zijn vastgesteld. Art. 2 EVRM beschermt het recht op leven, en art. 8 EVRM het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een verdragsstaat op grond van deze bepalingen verplicht om passende maatregelen te treffen, indien een reëel en ernstig risico voor het leven of het welzijn van personen bestaat en de staat daarvan op de hoogte is.
De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de positieve verplichtingen van de artikelen 2 en 8 EVRM ook van toepassing zijn op het (mondiale) probleem van klimaatverandering. Er is volgens de Hoge Raad sprake van een voldoende reëel en ernstig risico op aantasting van het leven en welzijn van ingezetenen van Nederland als gevolg van klimaatverandering. Art. 2 en 8 EVRM dienen naar het oordeel van de Hoge Raad zo te worden uitgelegd dat landen erop kunnen worden aangesproken hun aandeel te leveren in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het nationale recht moet volgens art. 13 EVRM een effectief rechtsmiddel bieden om tegen een schending of dreigende schending van de door het EVRM gewaarborgde rechten op te komen.
Arrest Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:2006)
Overig | 3 december 2019
Bestand: pdf - 1.1MB
Dossier: Antarctica | De Noordpool
Trefwoorden: Internationaal milieurecht | Milieubescherming (zie Milieuschade; zie Internationaal milieurecht) | Milieuschade | Wetenschappelijk onderzoek
Dit document bevat het polaire beleid van 2011 – 2015 welke onderdeel uit maakt van de oriëntatie van de regering op mondiale vraagstukken. Waar vorige beleidskaders zich voornamelijk beperkten tot milieukwesties en wetenschappelijk onderzoek, poogt het huidige kader de poolgebieden in een veel breder perspectief te plaatsen: politiek, strategisch, economisch (grondstoffen, energie, visserij, scheepvaart), veiligheid, inheemse volkeren, internationale rechtsorde etc.
Memorie van toelichting | 3 december 2019
Bestand: pdf - 69.3KB
Dossier: Energie
Trefwoorden: Handelsbevordering | Investeringsgaranties | Kernenergie
Dit document bevat de Memorie van Toelichting bij het Verdrag inzake Energiehandvest.
Uitspraak internationaal | 29 november 2019
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied
Trefwoorden: Grensgeschil | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht
In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de afbakening van 14 hectare land welke onderdeel is van het geschil, toebehoren aan België. Deze uitspraak is van belang omdat het IGH benadrukt dat een verdrag dat is ontworpen om een grens vast te stellen, zou moeten worden geïnterpreteerd op een manier dat het kan leiden tot een precieze, volledige en definitieve grens.
Kamerbrief | 5 juli 2019
Bestand: pdf - 80KB
Dossier: Vrede en veiligheid | Cyber
Trefwoorden: Cyber | Cyberoperatie | Cyberstrategie | Digitaal
Het doel van deze Kamerbrief betreffende de internationale rechtsorde in het digitale domein is om de Tweede Kamer der Staten-Generaal te informeren over de toepassing van bestaand internationaal recht op het digitale domein. Ook bevat de brief een weergave van initiatieven ten behoeve van het bestendigen van de internationale rechtsorde in het digitale domein. In de bijlage wordt op de belangrijkste volkenrechtelijke aspecten ingegaan. De kamerbrief en de bijlage zijn aangeboden door de Ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie, Justitie en Veiligheid, en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Overig | 1 juni 2019
Bestand: pdf - 523.9KB
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Jurisprudentie | 28 mei 2019
Trefwoorden: Eerlijk proces
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak H.J.C.K. (zaak nr. 23192/15) geoordeeld dat Nederland artikel 6 lid 1 en lid 3, sub c van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op een eerlijk proces, waarbij de verzoeker stelt dat zijn verzoek voor aanwezigheid van een advocaat tijdens het politieverhoor onterecht was afgewezen. Het EHRM concludeert dat het recht op een eerlijk proces tevens het recht op bijstand van een advocaat behelst. Dit recht kan slechts omwille van dwingende redenen worden beperkt. Er is niet gebleken dat ten tijde van de verhoren dwingende redenen bestonden om het recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor te beperken. Het is aan de regering om overtuigend aan te tonen dat in de omstandigheden van het geval feitelijk geen sprake is geweest van een oneerlijk proces. Aangezien Nederland hierop geen verweer heeft gevoerd, concludeert het EHRM dat er sprake is van een schending van artikel 6 lid 1 en lid 3, sub c van het EVRM.
Kamerbrief | 27 maart 2019
Bestand: pdf - 32.8KB
Trefwoorden: Aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid, Staats-
In deze Kamerbrief is vermeld dat Nederland in gesprek is getreden met Rusland over staatsaansprakelijkheid van Rusland voor het neerhalen van vlucht MH17.
Kamerbrief (Tweede-Kamer, 2018-2019, 33997, nr. 134)
Toont 61 - 90 van 228 resultaten.