Inloggen Account aanvragen
Memorie van toelichting | 1 januari 1977 | Tweede Kamer
Bestand: pdf - 2.7MB
Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)
In de Memorie van Toelichting is uiteengezet dat uitbreiding van het toetsingsrecht van de rechter tot het terrein van het ongeschreven volkenrecht (gewoonterecht) uit praktisch oogpunt bezwaarlijk is, omdat over de inhoud van dit recht vaak onzekerheden bestaan. Hierdoor zouden grondwettelijke bevoegdheden van regering en parlement kunnen worden gefrustreerd.
Memorie van Toelichting (TK 1977-1978, nr. 3, pag. 12 e.v.)
Uitspraak internationaal | 20 februari 1969
Bestand: pdf - 3.3MB
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting | Grond- en zeegebied
Trefwoorden: Continentaal plateau | Gewoonterecht | Grensafbakening via equidistantie-methode | Zeegrenzen
In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat het gebruik van het equidistantiebeginsel voor de afbakening van de Noordzee niet leidend is tussen partijen, omdat dit principe niet kon worden aangemerkt als gewoonterecht. In deze uitspraak verduidelijkt het Hof welke vereisten er nodig zijn voordat gebruiken en gewoonten kunnen worden aangemerkt als gewoonterecht. In dit verband gaat het ook in op opinio juris.
Inbreng in juridische procedure internationaal | 30 augustus 1968
Bestand: pdf - 8.2MB
Trefwoorden: Continentaal plateau | Grensafbakening via equidistantie-methode | Zeegrenzen
Dit document bevat de gezamenlijke schriftelijke inbreng van Denemarken en Nederland in de procedure tussen Duitsland, Denemarken en Nederland bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) inzake de afbakening van het continentaal plat in de Noordzee.
Inbreng in juridische procedure internationaal | 15 september 1965
Bestand: pdf - 4.6MB
Dit document bevat de Nederlandse inbreng in de procedure tussen Duitsland en Nederland bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) inzake de afbakening van het continentaal plat in de Noordzee. Hierin gaat Nederland in op o.a. de algemene regels m.b.t. afbakening en betoogd het dat het equidistantiebeginsel moet worden toegepast om de zeegrens tussen de twee landen vast te stellen.
Uitspraak internationaal | 28 november 1958
Bestand: pdf - 1.2MB
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting
Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging
In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de maatregelen die Zweden neemt met betrekking tot het voogdijschap over een Zweeds-Nederlands minderjarig kind niet in strijd zijn met het Voogdijverdrag uit 1902. Deze uitspraak is van belang omdat nationaal recht voorrang kreeg boven verdragsverplichtingen. Daarnaast heeft deze uitspraak ertoe geleid dat er een nieuw verdrag is gekomen welke voogdij-verplichtingen regelt.
Toont 276 - 280 van 281 resultaten.