Zoeken

Web content search

97 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

Arrest Hoge Raad (de Staat der Nederlanden v. Servaas)

Uitspraak nationaal | 14 oktober 2016

Bestand: pdf - 87.6KB

Dossier: Staatsimmuniteit

Trefwoorden: Beslag, conservatoir | Beslag, executoriaal | Immuniteit van executie | Staatsimmuniteit

In dit arrest van de Hoge Raad wordt, in para. 3.4.2, geoordeeld dat de eigendommen van een vreemde staat niet vatbaar zijn voor beslag en executie tenzij is vastgesteld dat de eigendommen een bestemming hebben die daarmee verenigbaar is. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vatbaarheid voor beslag en executie ligt bij de schuldeiser of beslaglegger. De beslaglegger dient gegevens aan te dragen waarmee kan worden vastgesteld dat de goederen door de vreemde staat worden gebruikt of zijn bestemd voor andere dan publieke doeleinden. Dit arrest is onderdeel van een drietal arresten die bekend staan als de ‘Herfstarresten’.

Rechtspraak - arrest Hoge Raad de staat der Nederlanden v. Servaas

Prejudiciële beslissing Hoge Raad in MSI/Gabon-zaak

Uitspraak nationaal | 30 september 2016

Bestand: pdf - 119.7KB

Dossier: Staatsimmuniteit

Trefwoorden: Beslag | Beslag, conservatoir | Immuniteit van executie | Staatsimmuniteit

In deze prejudiciële beslissing komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het internationaal publiekrecht de uitvoerbaarheid in Nederland beperkt van zowel conservatoire als executoriale maatregelen in die zin dat dergelijke maatregelen zijn uitgesloten tenzij en voor zover er sprake is van een geval als bedoeld in artikel 19, onderdelen a tot en c, van het VN-Verdrag inzake de immuniteit van staten en hun eigendommen. Eigendommen van vreemde staten zijn niet vatbaar voor beslag en executie tenzij en voor zover is vastgesteld dat deze een bestemming hebben die daarmee niet onverenigbaar is. De bewijslast bij beslaglegging van een publieke bestemming van eigendom van vreemde staten ligt bij de beslaglegger, waarbij een presumptie van immuniteit geldt. Het toekennen van immuniteit van jurisdictie en van executie overeenkomstig internationaal publiekrecht levert geen schending op van artikel 6 EVRM. 

Prejudiciële beslissing

Kabinetsnotitie inzake de goedkeuringspraktijk van verdragen

Kamerbrief | 4 juli 2016

Bestand: pdf - 52.4KB

Dossier: Bronnen internationaal recht | Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking) | Parlementaire goedkeuring | Verdragen, rechtstreekse werking

De kabinetsnotitie gaat in op de goedkeuring en bekendmaking van verdragen op basis van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen. Verder wordt besproken hoe parlement en regering in de praktijk daaraan invulling geven. Tot slot wordt in de notitie ingegaan op de een ieder verbindende rechtstreeks werkende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. 

Kabinetsnotitie (Tweede-Kamer, 2015-2016, 34 158, nr. 12)

Kamerbrief inzake AOW-uitkering en loonheffing in door Israël bezette gebieden

Kamerbrief | 30 juni 2016

Bestand: pdf - 56.1KB

Dossier: Rechtsmacht

Trefwoorden: Belastingen | Bezetting | Sociale zekerheid | Soevereiniteit | Verdragen, territoriale reikwijdte

Deze brief informeert de Tweede Kamer over de visie van de Nederlandse regering ten opzichte van de toepassing van de Wet Beperking Export Uitkeringen (Wet BEU) in de door Israël bezette gebieden (Gaza, Westelijke Jordaanover, m.i.v. Oost-Jeruzalem en Golan) en andere conflictgebieden (Westelijke Sahara).

Kamerbrief

Onderzoeksrapport “Internationaal recht en cannabis II”

Advies overig | 1 april 2016

Bestand: pdf - 2.5MB

Dossier: Drugsbestrijding

Trefwoorden: Drugshandel | Drugsverstrekking van overheidswege

In dit rapport “Internationaal recht en cannabis II” dat door Van Kempen en Fedorova is uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Heerlen, Utrecht en Eindhoven concluderen de onderzoekers dat het gereguleerd toestaan van cannabisteelt en –handel voor recreatief gebruik zou kunnen steunen op positieve verplichtingen die uit mensenrechtenverdragen voortvloeien. In het bijzonder zou het hier gaan om de rechten inzake gezondheid (artikel 12 IVESCR), leven (artikel 2 EVRM en artikel 6 IVBPR), onmenselijke behandeling (artikel 3 EVRM en artikel 7 IVBPR) en privéleven (artikel EVRM en artikel 17 IVBPR). Zie ook de Kamerbrief van 9 maart 2018 met een Kabinetsreactie op dit rapport.