Inloggen Account aanvragen
Overig | 28 augustus 2010
Bestand: pdf - 48.5KB
Dossier: Transport | Terrorismebestrijding
Trefwoorden: Continentaal plateau | Scheepvaart | Terrorismebestrijding
Dit document bevat de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen verricht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat.
Nota naar aanleiding van het verslag
Inbreng internationaal overleg | 3 mei 2010
Bestand: pdf - 242.1KB
Dossier: Antarctica
Trefwoorden: Milieubescherming (zie Milieuschade; zie Internationaal milieurecht) | Wetenschappelijk onderzoek
Dit werkdocument van Nederland is ingediend tijdens de 33ste Antarctic Treaty Consultative Meeting en bevat een verslag van de Intersessional Contact Group (ICG) over het gebruik van genetisch materiaal (bioprospecting) en de geïdentificeerde hiaten in de regulering van dit onderwerp.
Bestand: pdf - 185.1KB
Dit werkdocument van Nederland is ingediend tijdens de 33ste Antarctic Treaty Consultative Meeting en bevat beginselen voor de toegang tot en het gebruik van genetisch materiaal in Antarctica.
Jurisprudentie | 9 april 2010 | Hoge Raad
Bestand: pdf - 120.9KB
Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
De Hoge Raad oordeelt dat art. 7a VN-Vrouwenverdrag rechtstreekse werking heeft (in de zin van art. 93 en 94 Gw.). Het VN-Vrouwenverdrag eist dat de Staat passief kiesrecht voor vrouwen effectief verzekert. Verdrag laat Staat op dit punt geen beleidsvrijheid. Discriminatieverbod weegt, in zoverre het de kiesrechten van alle burgers waarborgt - neergelegd in art. 4 Gw., art. 25 in verband met art. 2 IVBPR en, toegespitst op de onderhavige kwestie, art. 7 Vrouwenverdrag - zwaarder dan de andere grondrechten die in het geding zijn. Staat is gehouden maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat SGP passief kiesrecht aan vrouwen toekent, waarbij de Staat een effectieve maatregel moet kiezen die zo min mogelijk inbreuk maakt op de grondrechten van de SGP. Rechter niet bevoegd Staat te bevelen wetgeving in formele zin tot stand te brengen (vgl. HR 21 maart 2003, NJ 2003, 691). Voor een rechterlijk gebod tot treffen van maatregelen ter voldoening aan art. 7 Vrouwenverdrag is in beginsel evenmin plaats. Dit geldt ook voor een bevel tot stopzetting subsidie SGP. Staat handelt in strijd met art. 7, aanhef en onder a en c, VN-Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig door ten aanzien van politieke partij volgens welke aan vrouwen geen passief kiesrecht toekomt voor algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen, niet de maatregelen te nemen die art. 7, aanhef en onder a en c, van het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van hem vergt. Zie essentie r.o. 4.4.2
Arrest Hoge Raad
Uitspraak nationaal | 9 april 2010
Bestand: pdf - 124.7KB
Trefwoorden: Nationaal recht en internationaal recht, verhouding tussen | Verdragen, implementatie | Verdragen, rechtstreekse werking
In deze uitspraak komt de Hoge Raad tot de conclusie dat artikel 7 (c) van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) rechtstreekse werking toekomt. Dit heeft tot gevolg dat de Staat gehouden is om maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent en dat de Staat daarbij een maatregel moet inzetten die effectief is en tegelijkertijd de minste inbreuk maakt op de grondrechten van de (leden van de) SGP.
Toont 396 - 400 van 478 resultaten.