Zoeken

Web content search

459 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

Kamerbrief diverse onderwerpen inzake MH17

Kamerbrief | 1 mei 2020

Bestand: pdf - 139.4KB

Dossier: Staatsaansprakelijkheid | MH17

Trefwoorden: MH17 | Staatsaansprakelijkheid (zie Aansprakelijkheid, Staats-)

In deze Kamerbrief wordt ingegaan op de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne en de Nederlandse interventie van de individuele klachtprocedures voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ook wordt ingegaan op de eerste zittingsronde van het strafproces MH17

Draft Convention MLA initiative March 2020

Document | 25 maart 2020

Bestand: pdf - 1.2MB

Written comments of Czech Republic on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 139.8KB

Written comments of Greece on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 257.3KB

Written comments of Norway on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 1.7MB

Written comments of Portugal on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 434.8KB

Written comments of Switzerland on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 1.3MB

Written comments of the United Kingdom on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 158.3KB

Written comments of Amnesty International on the Draft Convention 2020

Commentaar | 20 maart 2020

Bestand: pdf - 233.9KB

Beslissing BuPo B.P. en P.B. v. Nederland – niet-ontvankelijk

Jurisprudentie | 13 maart 2020

Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten

Trefwoorden: Effectief rechtsmiddel (zie Rechtsmiddel) | Sociale zekerheid | Uitputting nationale rechtsmiddelen

Het Mensenrechtencomité (Comité) heeft in de zaak B.P. en P.B. (zaak nr. 2974/2017) de klacht van de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 5(2)(b) van het Facultatieve Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR).

De zaak betreft in essentie het vereiste van een vast woonadres om in aanmerking te kunnen komen voor sociale voorzieningen en een zorgverzekering. De verzoekers waren niet in staat om aan deze eis te voldoen, waardoor zij telkens in de problemen kwamen met hun sociale voorzieningen en zorgverzekering. De verzoekers stelden daarom dat de artikelen 2(3), 6, 7, 9, 17 en 26 van het IVBPR waren geschonden. Het Comité constateert dat de verzoekers geen verplichting hebben om de nationale rechtsmiddelen uit te putten in het geval dat er geen vooruitzicht is dat deze rechtsmiddelen zullen slagen. De omstandigheid dat er twijfel is over de effectiviteit van de rechtsmiddelen, ontslaat verzoekers niet van de verplichting om deze rechtsmiddelen aan te wenden. Het Comité concludeert dat de verzoekers niet hebben kunnen uitleggen waarom de nationale rechtsmiddelen niet beschikbaar waren of niet zouden leiden tot een effectieve oplossing van het geschil. Hierdoor oordeelt het Comité dat de klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard op grond van artikel 5(2)(b) van het Facultatieve Protocol bij het IVBPR.