Zoeken

Web content search

208 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel

Overig | 25 oktober 2004

Bestand: pdf - 49.6KB

Dossier: Drugsbestrijding

Trefwoorden: Drugshandel | Drugsverstrekking van overheidswege

Dit kaderbesluit bevestigt – in de artikelen 2 en 4 – de verplichtingen van de VN-verdragen en harmoniseert op een minimumniveau de strafmaxima voor de vrijheidsstraffen die op de verboden gedragingen dienen te worden gesteld.

Kaderbesluit

Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State Europese overeenkomst inzake Europese hoofdwegen

Jurisprudentie | 15 september 2004 | Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Bestand: pdf - 136.5KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat wanneer partijen een beroep doen op een bepaling van volkenrechtelijke aard de rechter tot taak heeft om een oordeel te geven over de vraag of een correcte uitvoering en toepassing van volkenrechtelijke regels in de nationale rechtsorde heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid van de rechter om volkenrecht toe te passen berust onder meer op de artikelen 93 en 94 van de Grondwet.

De rechter is bevoegd het volkenrecht toe te passen in de nationale rechtsorde, voorzover zich dat voor toepassing door hem leent, ook in gevallen waarin er geen strijd is met nationale wettelijke voorschriften.

Aangezien de tekst, noch de geschiedenis van de totstandkoming van de Overeenkomst aanwijzingen bevatten dat de overeenkomstsluitende partijen al dan niet rechtstreekse werking aan de bepalingen van de Overeenkomst hebben willen verlenen, is voor de beantwoording van de vraag of aan die bepalingen een zodanige werking toekomt de inhoud  van die bepalingen beslissend. De bepalingen van de Overeenkomst dienen zodanig concreet en hanteerbaar te zijn dat zij door de rechter kunnen worden toegepast. In dat verband kunnen de bewoordingen, context, doel en strekking van de bepalingen en de samenhang met andere bepalingen uit de Overeenkomst worden bezien. Dat, zoals verweerder betoogt, de Overeenkomst alleen verplichtingen zou opleggen aan staten betekent niet zonder meer dat deze niet als een ieder verbindend kan worden aangemerkt. Voorzover verweerder wijst op het standpunt van de regering dat de bepalingen als richtlijnen dienen te worden beschouwd, merkt de Afdeling op dat beantwoording van de vraag of een verdrag een ieder verbindende bepalingen bevat uiteindelijk is voorbehouden aan de rechter. Zie essentie r.o. 2.2.3 – 2.2.6.

UItspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Rejoinder of the Kingdom of the Netherlands in the Iron Rhine (IJzeren Rijn) Railway arbitration

Inbreng in juridische procedure internationaal | 1 juni 2004

Bestand: pdf - 268.2KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Arbitrage | Rechtsmacht | Vreedzame geschillenbeslechting (zie Int. geschillenbeslechting, vreedzame)

Dit document bevat aanvullende schriftelijke inbreng van Nederland in de arbitrage tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied, waarin o.a. wordt ingegaan op de territoriale integriteit van Nederland.

Counter-memorial of the Kingdom of the Netherlands in the Iron Rhine (IJzeren Rijn) Railway arbitration

Inbreng in juridische procedure internationaal | 1 januari 2004

Bestand: pdf - 327KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Arbitrage | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht

Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de arbitrage tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied, waar o.a. wordt ingegaan op de feitelijke geschiedenis van de spoorweg en het Verdrag van Londen uit 1839 waarmee de onafhankelijkheid van België werd erkend.

Arbitrageovereenkomst in de IJzeren Rijn arbitrage

Bilateraal verdrag | 22 juli 2003

Bestand: pdf - 545.1KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Arbitrage | Arbitrageovereenkomsten | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht

Dit document bevat de arbitrageovereenkomst van een geschil tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied.

Rapport WODC over doorwerking van het Verdrag inzake de rechten van het kind

Overig | 1 januari 2003 | WODC

Bestand: pdf - 3MB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

Het onderzoek richtte zich op de doorwerking van de bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) in de Nederlandse rechtspraak. In het rapport wordt een overzicht gegeven van en commentaar gegeven bij de relevante rechtspraak tot en met jaar 2001.

Onderzoeksrapport

Kabinetsreactie en CAVV Advies inzake aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden tijdens VN vredesoperaties

Advies CAVV | 19 juli 2002

Bestand: pdf - 284.1KB

Dossier: Vredesmachten

Trefwoorden: Vredebewarende operaties | Vredesmachten (zie Vredebewarende operaties)

Dit document bevat advies nr. 13 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden tijdens VN vredesoperaties, en de reactie van het kabinet op dit advies.

Kabinetsreactie en AIV/CAVV Advies “Humanitaire interventie”

Advies AIV | 30 oktober 2001

Bestand: pdf - 299.5KB

Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik | Humanitair oorlogsrecht

Trefwoorden: Humanitair oorlogsrecht (zie Internationaal humanitair recht) | Humanitaire interventie (zie Interventie ter bescherming van onderdanen) | Internationaal humanitair recht | Ius in bello (zie Internationaal humanitair recht)

Dit document bevat advies nr. 7 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende de problematiek rondom humanitaire interventie, en de reactie van het kabinet op dit advies.

Kabinetsreactie en CAVV Advies inzake Immuniteit van leden van buitenlandse officiële missies

Advies CAVV | 19 oktober 2001

Bestand: pdf - 258.4KB

Dossier: Immuniteit van buitenlandse overheidsfunctionarissen

Trefwoorden: Immuniteit, functionele | Immuniteit, persoonlijke | Internationale misdrijven (zie Oorlogsmisdrijven) | Oorlogsmisdrijven

Dit document bevat advies nr. 20 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende immuniteit van leden van buitenlandse officiële missies, en de twee reacties van het kabinet op dit advies.

Arrest Hoge Raad (Decembermoorden Suriname)

Uitspraak nationaal | 18 september 2001 | Hoge Raad

Bestand: pdf - 125.5KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking) | Verdragen, rechtstreekse werking

De Hoge Raad komt tot het oordeel dat uit art. 94 Grondwet volgt dat binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften geen toepassing vinden indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. In deze bepaling is, voorzover hier van belang, tot uitdrukking gebracht dat de rechter het in art. 16 Grondwet en art. 1, eerste lid, Sr vervatte verbod tot het verlenen van terugwerkende kracht wel dient te toetsen aan verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, doch dat niet mag doen aan ongeschreven volkenrecht. Deze uitleg strookt met de geschiedenis van de totstandkoming van art. 94 Grondwet. Daartoe wordt verwezen naar de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel dat tot die bepaling heeft geleid (Kamerstukken II 1977-1978, 15 049 (R 1100), nr. 3, blz. 11 e.v.). De Hoge Raad komt tot de conclusie dat het de rechter niet vrijstaat de Uitvoeringswet folteringverdrag - die daarin niet voorziet - buiten toepassing te laten wegens strijd met dat ongeschreven volkenrecht. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van art. 94 Grondwet heeft de grondwetgever toepassing van ongeschreven volkenrecht indien deze toepassing zou botsen met nationale wettelijke voorschriften, niet willen aanvaarden. Zie essentie in r.o. 4.4.1., 4.4.2. en 4.6.

Arrest Hoge Raad