Zoeken

Web content search

347 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

AVVN Resolutie 1541 (XV) (1960)

Overig | 15 december 1960

Bestand: pdf - 208.8KB

Dossier: Bronnen internationaal recht | Zelfbeschikking volken

Trefwoorden: Dekolonisatie | Onafhankelijkheid | Territoriale integriteit | Zelfbeschikkingsrecht, extern | Zelfbeschikkingsrecht, intern

Dit document bevat een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Hierin wordt verwezen naar de annex waarin principes staan die lidstaten moeten helpen om te beslissen of er een plicht bestaat onder artikel 73 (e) van het VN-Handvest om informatie te verschaffen aan de VN voor wat betreft de economische en sociale omstandigheden van gebieden die onder de verantwoordelijkheid vallen van leden van de VN maar nog geen volledig zelfbestuur hebben verworven.

AVVN Resolutie 1514 (XV) (1960)

Overig | 14 december 1960

Bestand: pdf - 155.4KB

Dossier: Bronnen internationaal recht | Zelfbeschikking volken

Trefwoorden: Dekolonisatie | Onafhankelijkheid | Territoriale integriteit | Zelfbeschikkingsrecht, extern | Zelfbeschikkingsrecht, intern

De document bevat een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) betreffende de toekenning van onafhankelijkheid aan gekoloniseerde gebieden en volken. 

Judgement of the ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden)

Uitspraak internationaal | 28 november 1958

Bestand: pdf - 1.2MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de maatregelen die Zweden neemt met betrekking tot het voogdijschap over een Zweeds-Nederlands minderjarig kind niet in strijd zijn met het Voogdijverdrag uit 1902. Deze uitspraak is van belang omdat nationaal recht voorrang kreeg boven verdragsverplichtingen. Daarnaast heeft deze uitspraak ertoe geleid dat er een nieuw verdrag is gekomen welke voogdij-verplichtingen regelt.

ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Reply NL

Inbreng in juridische procedure internationaal | 18 juni 1958

Bestand: pdf - 1.1MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de Repliek van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof (IGH). Hierin betoogt Nederland dat de ‘protective education’-maatregelen die Zweden neemt niet in overeenstemming zijn met de verplichtingen die Zweden heeft onder het Voogdijverdrag uit 1902.

Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Memorial NL

Inbreng in juridische procedure internationaal | 29 november 1957

Bestand: pdf - 1MB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof, waarin Nederland in gaat op de verplichtingen die voortvloeien uit het voogdijverdrag uit 1902.

ICJ Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) – Application Instituting Proceedings

Inbreng in juridische procedure internationaal | 9 juli 1957

Bestand: pdf - 532.2KB

Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting

Trefwoorden: Diplomatieke bescherming | Verdragen, opvolging

Dit document bevat de notificatie van Nederland waarmee het de procedure initieert inzake de Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) bij het Internationaal Gerechtshof (IGH).

Arrest Hoge Raad (N.N. v. de Staat der Nederlanden)

Uitspraak nationaal | 14 oktober 2017

Bestand: pdf - 119KB

Dossier: Staatsimmuniteit

Trefwoorden: Beslag, conservatoir | Beslag, executoriaal | Immuniteit van executie | Staatsimmuniteit

In dit arrest oordeelt de Hoge Raad in para. 3.4.2 over de presumptie van immuniteit van de vreemde staat en de stelplicht en bewijslast van de eiser. De Hoge Raad oordeelt dat de eigendommen van een vreemde staat niet vatbaar zijn voor beslag en executie tenzij is vastgesteld dat de eigendommen een bestemming hebben die daarmee verenigbaar is. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vatbaarheid voor beslag en executie ligt bij de schuldeiser of beslaglegger. De beslaglegger dient gegevens aan te dragen waarmee kan worden vastgesteld dat de goederen door de vreemde staat worden gebruikt of zijn bestemd voor andere dan publieke doeleinden. Dit arrest is onderdeel van een drietal arresten die bekend staan als de ‘Herfstarresten’.

Rechtspraak - arrest Hoge Raad N.N. v de staat der Nederlanden