Inloggen Account aanvragen
Kamerbrief | 26 augustus 2021
Bestand: pdf - 152.1KB
Dossier: Staten | Erkenning
Trefwoorden: Consulaire bijstand | Erkenning, niet- | Evacuatie | Humanitaire hulpverlening
Deze Kamerbrief bevat informatie over de beëindiging van de evacuatieoperatie in Afghanistan op 26 augustus 2021. In de kamerbrief wordt de Kamer geïnformeerd over de inspanningen die de dagen voorafgaand aan de beëindiging zijn verricht om de nog in Afghanistan verblijvende Nederlanders, lokaal ambassadepersoneel en hun gezinnen, tolken die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van internationale militaire of politiemissie en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform de motie-Belhaj c.s. (Kamerstuk 27926 nr. 788) in veiligheid te brengen. Daarnaast blikt het kabinet vooruit op de mogelijkheden voor toekomstige presentie in Afghanistan, zonder dat dit leidt tot erkenning van de legitimiteit van de Taliban, ten behoeve van het behartigen van Nederlandse belangen en humanitaire hulpverlening.
Uitspraak internationaal | 18 mei 2021 | Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Bestand: pdf - 243.1KB
Dossier: Mensenrechten
Trefwoorden: Foltering, verbod | Onmenselijke en vernederende behandeling, verbod (zie Foltering, verbod)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de beslissing in de zaak M.T. tegen Nederland (zaak nr. 46595/19) geoordeeld dat Nederland artikel 3, eerste lid, van het Verdrag (EVRM), en dus het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, niet heeft geschonden.
De zaak betreft een vreemdelingenzaak waarbij verzoekster met haar kinderen in Nederland asiel heeft aangevraagd, terwijl zij dit al eerder in Italië had aangevraagd. Daarom heeft de regering verzocht om verzoekster en haar kinderen weer te mogen overdragen aan Italië. Volgens het EHRM heeft verzoekster niet aannemelijk gemaakt dat, als zij met haar kinderen wordt overgebracht naar Italië, de situatie waarin zij terecht zou komen zodanig ernstig genoeg is om onder artikel 3 EVRM te vallen. Het EHRM weegt mee dat het opvangsysteem in Italië sinds 2020 is veranderd en dat (wat tevens is bevestigd door de UNHCR) niet is bewezen dat bepaalde medische zorg voor de verzoekster haar kinderen niet mogelijk is in Italië. De klacht over schending van artikel 3 van het EVRM is kennelijk ongegrond en daarom niet-ontvankelijk verklaard.
Overig | 18 mei 2021 | Minister van Buitenlandse Zaken
Bestand: pdf - 505.8KB
Trefwoorden: Individueel klachtrecht | Mensenrechtenschendingen | Verdragsverplichtingen, materiële schending van
In het rapport zijn samenvattingen opgenomen van alle uitspraken en beslissingen van internationale mensenrechtenprocedures waarbij het Koninkrijk der Nederlanden in het jaar 2020 betrokken is geweest. In rapport is ook een overzicht opgenomen van de stand van zaken van uitspraken die door het Koninkrijk tenuitvoer moeten worden gelegd.
Jurisprudentie | 9 mei 2021
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Trefwoorden: Voorlopige hechtenis
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak F.G.Z. (zaak nr. 69491/16) geoordeeld dat Nederland artikel 5 lid 3 van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid. De verzoeker stelt dat er onvoldoende grond was voor verlenging van zijn voorlopige hechtenis en dat de diverse beslissingen daarover bovendien onvoldoende gemotiveerd waren. Het EHRM herhaalt onder verwijzing naar vaste jurisprudentie het uitgangspunt dat het de verantwoordelijkheid is van de nationale autoriteiten om een voorlopige hechtenis niet onredelijk lang te laten duren. In dat kader moet de rechtvaardiging voor voorlopige hechtenis altijd overtuigend worden aangetoond op grond van specifieke feiten en persoonlijke omstandigheden. Vanwege het gebrek aan een kenbare afweging van specifieke feiten en persoonlijke omstandigheden zijn de beslissingen om de voorlopige hechtenis niet op te heffen of te schorsen onvoldoende onderbouwd. Daarom concludeert het EHRM dat er sprake is van een schending van artikel 5 lid 3 EVRM.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak M.M. (zaak nr. 10982/15) geoordeeld dat Nederland artikel 5 lid 3 van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid. De verzoeker stelt dat er onvoldoende grond was voor zijn voorlopige hechtenis of, subsidiair, dat de diverse beslissingen over de voortzetting van de hechtenis onvoldoende gemotiveerd waren. Het EHRM herhaalt onder verwijzing naar vaste jurisprudentie het uitgangspunt dat het de verantwoordelijkheid is van de nationale autoriteiten om een voorlopige hechtenis niet onredelijk lang te laten duren. In deze zaak is de oorspronkelijke beslissing over de voorlopige hechtenis volgens het EHRM voldoende met redenen omkleed. Daarom concludeert het EHRM dat er sprake is van een schending van artikel 5 lid 3 EVRM.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak F.E.H. (zaak nr. 73329/16) geoordeeld dat Nederland artikel 5 lid 3 en 4 van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid (artikel 5 EVRM). De verzoeker stelt dat zijn voorlopige hechtenis in strijd was met artikel 5 lid 1 en 3 van het Verdrag, omdat er onvoldoende grond was voor de verlening ervan. Ook stelt de verzoeker dat de diverse beslissingen daarover onvoldoende gemotiveerd waren. Bovendien zou het verzoek om opheffing van voorlopige hechtenis onvoldoende zorgvuldig behandeld zijn. Het EHRM benadrukt dat voorlopige hechtenis niet onredelijk lang mag duren. Vanwege het gebrek aan een kenbare afweging van specifieke feiten en persoonlijke omstandigheden zijn de beslissingen om de voorlopige hechtenis niet op te heffen of te schorsen onvoldoende onderbouwd. Daarom is sprake van een schending van artikel 5 lid 3 EVRM. Verder oordeelt het EHRM dat de periodes van 22 respectievelijk 26 dagen die de rechtbank en het gerechtshof nodig hadden om tot een beslissing te komen niet voldoen aan de eis van een tijdige behandeling. Daarom wordt ook een schending van artikel 5 lid 4 EVRM geconstateerd.
Uitspraak internationaal | 9 februari 2021
Bestand: pdf - 234.7KB
Trefwoorden: Eerlijk proces | Redelijke termijn | Voorlopige invrijheidstelling
Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de uitspraak in de zaak Maassen tegen Nederland (zaak nr. 10982/15) geoordeeld dat Nederland artikel 5, derde lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid (artikel 5 EVRM) en in het bijzonder het derde lid over het recht op een proces binnen redelijke termijn en op invrijheidstelling in afwachting van dat proces. In deze zaak is er bij nadere beslissingen om het voorarrest niet op te heffen of te schorsen volgens het EHRM onvoldoende ingegaan op de specifieke omstandigheden, waarbij niet inzichtelijk is gemaakt dat de openbare orde verstoord zou worden als verzoeker vrij zou worden gelaten. Derhalve heeft het EHRM geoordeeld dat dit in strijd wordt geacht met artikel 5, derde lid, van het EVRM.
Bestand: pdf - 249.4KB
Trefwoorden: Voorwaardelijke invrijheidstelling
Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de uitspraak in de zaak Zohlandt tegen Nederland (zaak nr. 69491/16) geoordeeld dat Nederland artikel 5, derde lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid (artikel 5 EVRM) en in het bijzonder het derde lid over het recht op een proces binnen redelijke termijn en op invrijheidstelling in afwachting van dat proces. In deze zaak is er bij nadere beslissingen om het voorarrest niet op te heffen of te schorsen volgens het EHRM onvoldoende ingegaan op de specifieke omstandigheden, waarbij niet inzichtelijk is gemaakt dat de openbare orde verstoord zou worden als verzoeker vrij zou worden gelaten. Derhalve oordeelde het EHRM dat dit in strijd wordt geacht met artikel 5, derde lid, van het EVRM.
Bestand: pdf - 313.7KB
Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de uitspraak in de zaak Hasselbaink tegen Nederland (zaak nr. 73329/16) geoordeeld dat Nederland artikel 5, derde lid en vierde lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft geschonden. De zaak betreft het recht op vrijheid en veiligheid (artikel 5 EVRM), in het bijzonder het recht op een proces binnen redelijke termijn en op invrijheidstelling in afwachting van dat proces (derde lid) en een tijdige behandeling van verzoeken om opheffing van het voorarrest (vierde lid). In deze zaak is de oorspronkelijke beslissing over de voorlopige hechtenis volgens het EHRM gebaseerd op het risico op recidive en hierbij is in opvolgende beslissingen bij aangesloten zonder in te gaan op de door verzoeker naar voren gebrachte argumenten in het licht van de verminderde ernst van de verdenking. Verder oordeelt het Hof dat de periodes die de rechtbank en het gerechtshof nodig hadden om tot een beslissing te komen niet voldoen aan de eis van een tijdige behandeling. Derhalve oordeelde het EHRM dat dit in strijd wordt geacht met artikel 5, derde lid van het EVRM en artikel 5, vierde lid van het EVRM.
Overig | 1 juni 2020
Bestand: pdf - 374.6KB
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2019 alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Kamerbrief | 1 mei 2020
Bestand: pdf - 139.4KB
Dossier: Staatsaansprakelijkheid | MH17
Trefwoorden: MH17 | Staatsaansprakelijkheid (zie Aansprakelijkheid, Staats-)
In deze Kamerbrief wordt ingegaan op de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne en de Nederlandse interventie van de individuele klachtprocedures voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ook wordt ingegaan op de eerste zittingsronde van het strafproces MH17
Document | 8 januari 2020
Bestand: pdf - 447.9KB
Overig | 3 december 2019
Bestand: pdf - 1.1MB
Dossier: Antarctica | De Noordpool
Trefwoorden: Internationaal milieurecht | Milieubescherming (zie Milieuschade; zie Internationaal milieurecht) | Milieuschade | Wetenschappelijk onderzoek
Dit document bevat het polaire beleid van 2011 – 2015 welke onderdeel uit maakt van de oriëntatie van de regering op mondiale vraagstukken. Waar vorige beleidskaders zich voornamelijk beperkten tot milieukwesties en wetenschappelijk onderzoek, poogt het huidige kader de poolgebieden in een veel breder perspectief te plaatsen: politiek, strategisch, economisch (grondstoffen, energie, visserij, scheepvaart), veiligheid, inheemse volkeren, internationale rechtsorde etc.
Memorie van toelichting | 3 december 2019
Bestand: pdf - 69.3KB
Dossier: Energie
Trefwoorden: Handelsbevordering | Investeringsgaranties | Kernenergie
Dit document bevat de Memorie van Toelichting bij het Verdrag inzake Energiehandvest.
Kamerbrief | 1 juli 2019 | Tweede Kamer
Bestand: pdf - 35.3KB
Dossier: Interventie Gambia v. Myanmar Internationaal Gerechtshof
Trefwoorden: Accountability | Genocide | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame
In deze motie wordt de regering opgeroepen om te onderzoeken of het mogelijk is om een zaak aan te spannen tegen Myanmar bij het Internationaal Gerechtshof. In de motie wordt verwezen naar de ernstige vermoedens van genocide tegen de Rohingyabevolking.
Motie (Tweede-Kamer 2018-2019, 32735, 258)
Overig | 1 juni 2019
Bestand: pdf - 523.9KB
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Overig | 8 november 2018
Bestand: pdf - 673.4KB
Dossier: Individuen en groepen
Trefwoorden: Verdragsrapportages
Dit document bevat de vijfde periodieke rapportage van Nederland onder het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR / BUPO). De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse implementatie van verplichtingen onder het verdrag.
Kamerbrief | 12 juni 2018
Bestand: pdf - 70KB
Trefwoorden: Aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid, Staats- | MH17
Dit document bevat antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over de Kamerbrief van 9 maart 2018 over de juridische mogelijkheden om Staten aansprakelijk te stellen voor het neerhalen van vlucht MH17.
Vragen en antwoorden (Tweede Kamer, 2017-2018, 33997, nr. 118)
Kamerbrief 9 maart 2018 (Tweede Kamer, 2017-2018, 33997, nr. 114)
Overig | 1 mei 2018
Bestand: pdf - 570.7KB
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2017 alsmede activiteiten in het verlengde daarvan, inclusief verdragsrapportages onder VN-mensenrechtenverdragen.
Kamerbrief | 20 maart 2018
Bestand: pdf - 45KB
Dossier: Economie
Trefwoorden: Export (zie Uitvoer) | Handelsbeperking | Import (zie Invoer)
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken aangaande de Amerikaanse heffingen op importen van staal en aluminium. Hieruit blijkt dat de Europese Commissie het standpunt inneemt dat de maatregen van de VS de facto vrijwaringsmaatregelen zijn en dat hiertegen rebalancing maatregelen mogen worden genomen.
Kamerbrief
Kamerbrief | 14 maart 2018
Bestand: pdf - 56.1KB
Dossier: Mensenrechten | Individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid
Trefwoorden: Aansprakelijkheid, strafrechtelijke | Burgerbevolking | Mensenrechten | Mensenrechtenschendingen
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de situatie in Syrië op politiek, militair en humanitair gebied en de Nederlandse rol hierin. Daarnaast wordt in de brief ingegaan op het tegengaan van straffeloosheid van schendingen van mensenrechten en humanitair recht in Syrië.
Uitspraak nationaal | 1 december 2017
Bestand: pdf - 108KB
Dossier: Staatsimmuniteit
Trefwoorden: Immuniteit van jurisdictie | Staatsimmuniteit
In dit arrest van de Hoge Raad wordt, in para. 3.6.2, bevestigd dat de Nederlandse rechter is gehouden – en niet slechts bevoegd - ambtshalve te onderzoeken of aan een vreemde staat of internationale organisatie immuniteit van jurisdictie toekomt.
Rechtspraak - arrest Hoge Raad Republiek Irak
Kamerbrief | 24 november 2017
Bestand: pdf - 53.7KB
Dossier: Terrorismebestrijding
Trefwoorden: Militaire samenwerking | Multinationale troepenmacht | Terrorisme | Terrorismebestrijding | Troepeninzet | Militairen, uitzending van
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de veranderende politieke en militaire omstandigheden – waaronder de volkenrechtelijke rechtsgrond voor de militaire inzet - in de strijd tegen ISIS en welke gevolgen dit kan hebben voor de Nederlandse militaire inzet in Syrië en Irak.
Kamerbrief | 24 oktober 2017
Bestand: pdf - 53.5KB
Dossier: Erkenning
Trefwoorden: Erkenning van staten | Referendum | Territoriale integriteit
Deze kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de situatie in de Koerdische Autonome Regio (KAR) na het referendum, de ontwikkelingen rondom Kirkuk, de dreigementen van Irak en de buurlanden jegens de KAR, de inzet van Nederland en de EU om escalatie te voorkomen en de mogelijke gevolgen voor de Nederlandse trainingsmissie in de Koerdische autonome regio.
Kamerbrief | 11 september 2017
Bestand: pdf - 77.3KB
Dossier: Militair-operationele zaken
Trefwoorden: Militaire samenwerking | Multinationale troepenmacht | Troepeninzet
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over het verlengen van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO Resolute Support Mission (RSM) in Afghanistan tot 31 december 2018.
Bestand: pdf - 81.3KB
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer dat de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS wordt verlengd tot 31 december 2018. Tevens wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang die in dit verband de voorafgaande periode is geboekt.
Overig | 1 juni 2017
Bestand: pdf - 414.1KB
Trefwoorden: Individueel klachtrecht | Verdragsverplichtingen, materiële schending van
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2016.
Antwoorden op Kamervragen | 9 januari 2017
Bestand: pdf - 47.4KB
Trefwoorden: Export (zie Uitvoer) | Handelsbevordering | Handelsverdragen | Import (zie Invoer)
Dit document bevat de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Jasper van Dijk (SP) over de voorlopige toepassing en ratificatie van het Vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada (CETA).
Uitspraak nationaal | 11 november 2016
Bestand: pdf - 103.3KB
Dossier: Bronnen internationaal recht
Trefwoorden: Handelsverdragen | Interpretatieve verklaring (zie Verklaring bij ondertekening) | Meestbegunstigingsclausule | Tewerkstelling | Verdragen, interpretatie | Vestiging, recht van
In deze uitspraak komt de Raad van State tot het oordeel dat Japanners bij de toepassing van de in het Nederlands-Japans Verdrag neergelegde meestbegunstigingsclausule geen beroep meer kunnen doen op het Nederlands-Zwitsers Tractaat, naar aanleiding van een interpretatieve verklaring van Nederland en Zwitserland ten aanzien van arbeid, verblijf en vestiging.
Uitspraak
Kamerbrief | 27 oktober 2016
Dossier: Wapens
Trefwoorden: Kernwapens | Ontwapening | Verdragen, totstandkoming
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de Nederlandse overwegingen, inspanningen en het krachtenveld met betrekking tot de internationale discussie over een internationaal verbod op kernwapens. Daarnaast bevat de brief een reactie op de motie Sjoerdsma (Kamerstuk 33783 nr. 19).
Toont 1 - 30 van 73 resultaten.