MH17

Banner - MH17

© OM / Loes van der Meer

MH17

MH17

Vlucht MH17 van Malaysia Airlines werd op 17 juli 2014 neergehaald in het oosten van Oekraïne. Daarbij kwamen alle 298 inzittenden om het leven. Uit onderzoek is gebleken dat de crash is veroorzaakt door een Buk-raket. Nederland doet er alles aan om waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor alle slachtoffers en hun nabestaanden te bewerkstelligen.

Samen met Australië, België, Maleisië en Oekraïne doet Nederland strafrechtelijk onderzoek. Australië en Nederland stelden Rusland in mei 2018 aansprakelijk voor zijn aandeel in het neerhalen van het vliegtuig. In juli 2020 diende Nederland een statenklacht in tegen Rusland bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In maart 2022 is Nederland gezamenlijk met Australië een juridische procedure gestart tegen Rusland bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. 

Strafrechtelijk onderzoek en vervolging

Om de feiten over het neerhalen van vlucht MH17 vast te stellen, de verantwoordelijken te identificeren en strafrechtelijk bewijs te verzamelen, is een internationaal onderzoeksteam opgericht, het Joint Investigation Team (JIT). In het JIT werken de opsporingsautoriteiten samen van landen die getroffen zijn door de ramp: Australië, België, Maleisië, Oekraïne en Nederland. In 2016, 2018 en 2019 heeft het JIT onderzoeksresultaten gepresenteerd.

De getroffen landen besloten in 2017 gezamenlijk om de vervolging van verdachten in Nederland te laten plaatsvinden. Op 19 juni 2019 maakte het Nederlands Openbaar Ministerie bekend vier verdachten te zullen vervolgen voor hun rol bij het neerhalen van vlucht MH17. Het strafrechtelijk onderzoek gaat ondertussen door.

Op 9 maart 2020 startte het strafproces tegen vier verdachten. Het strafproces vindt plaats voor de rechtbank Den Haag, die zitting houdt in het Justitieel Complex Schiphol. Op 7 juni 2021 is de rechtbank gestart met de inhoudelijke behandeling van het strafproces.

Aansprakelijkheid Rusland

Australië en Nederland houden de Russische Federatie aansprakelijk voor het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014. Rusland is van dit besluit op de hoogte gesteld middels een diplomatieke nota. Australië en Nederland hebben Rusland daarin uitgenodigd om in onderhandeling te treden met als doel tot een oplossing te komen die recht doet aan het enorme leed en de toegebrachte schade, veroorzaakt door het neerhalen van vlucht MH17. In maart 2019 maakten de Australische en Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken samen bekend dat een eerste gesprek had plaatsgevonden. Sindsdien loopt dit proces.

Rusland heeft op 15 oktober 2020 eenzijdig besloten om de trilaterale gesprekken over staatsaansprakelijkheid te stoppen. Australië en Nederland en ook de leiders van de 27 EU-lidstaten hebben op 16 oktober 2020, via conclusies van de Europese Raad, de Russische Federatie opgeroepen terug te keren naar de onderhandelingstafel. Deze oproep aan de Russische Federatie is in OVSE-verband herhaald en belangrijke partners, te weten de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Canada, deden eenzelfde oproep aan de Russische Federatie.

Aangezien Rusland vooralsnog weigert terug te keren aan de onderhandelingstafel, zijn Nederland en Australië in maart 2022 gezamenlijk een juridische procedure gestart bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) tegen Rusland voor zijn aandeel bij het neerhalen van vlucht MH17. In deze juridische procedure vragen Australië en Nederland de ICAO-Raad vast te stellen dat Rusland zijn verplichtingen onder artikel 3bis van het Verdrag van Chicago heeft geschonden door het onrechtmatig gebruik van een wapen tegen een burgerluchtvaartuig, waarbij 298 mensen om het leven zijn gekomen. Australië en Nederland vragen in deze juridische procedure de ICAO-Raad daar rechtsgevolgen aan te verbinden, waaronder een vergoeding van de geleden schade. 

Het aansprakelijk stellen van Rusland voor zijn aandeel in het neerhalen van vlucht MH17 op basis van het internationaal recht is een middel om waarheidsvinding en gerechtigheid te bewerkstelligen. Het staat los van het strafproces tegen vier verdachten, het strafrechtelijk onderzoek en de statenklacht bij het EHRM. Deze trajecten kunnen elkaar wel wederzijds versterken.

EHRM-procedures tegen Rusland

Er lopen twee individuele klachtprocedures aangespannen door nabestaanden tegen de Russische Federatie inzake het neerhalen van vlucht MH17 bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het betreft de klachten Ayley and Others v. Russia (no. 25714/16) en Angeline and Others v. Russia (no. 56328/18). Op 4 april 2019 heeft Nederland een uitnodiging ontvangen van het EHRM om te interveniëren in de individuele klachtprocedures die (mede) namens Nederlandse nabestaanden tegen Rusland zijn ingediend bij het EHRM met betrekking tot het neerhalen van vlucht MH17.

Op grond van artikel 36 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) hebben staten waarvan een onderdaan verzoeker is, recht om te interveniëren. Omdat in de klachten tegen de Russische Federatie meerdere klagers de Nederlandse nationaliteit hebben, is Nederland uitgenodigd om te interveniëren. Op 10 mei 2019 maakte Nederland bekend gebruik te zullen maken van dit recht.

Nederland heeft op 10 juli 2020 een interstatelijk verzoekschrift (statenklacht) ingediend bij het EHRM tegen de Russische Federatie voor zijn aandeel bij het neerhalen van vlucht MH17. Hiermee ondersteunt het kabinet maximaal de individuele klachtprocedures van nabestaanden bij het EHRM en komt het op voor alle 298 slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden. Gelijktijdig met de statenklacht heeft Nederland ook de interventie in de individuele klachtprocedures ingediend.

Het EHRM heeft op 1 december 2020 besloten om in het belang van een efficiënte rechtsgang de statenklacht van Nederland tegen de Russische Federatie te voegen met twee statenklachten van Oekraïne tegen de Russische Federatie over gebeurtenissen in het oosten van Oekraïne. Het is voor het eerst dat het EHRM besluit statenklachten van verschillende staten te voegen. De hoorzitting over de ontvankelijkheid van de statenklacht heeft op 26 januari 2022 plaatsgevonden. Op 25 januari 2023 heeft het EHRM de klacht ontvankelijk verklaard. Daarmee zal worden overgegaan tot de inhoudelijke behandeling van de klacht. 

Tijdlijn

De Nederlandse regering wil het neerhalen van vlucht MH17 tot op de bodem laten uitzoeken. De MH17 Tijdlijn geeft de belangrijke stappen weer van de inzet van de Nederlandse regering om te komen tot waarheidsvinding, gerechtigdheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17.

Zie ook

MH17 vliegramp, Openbaar Ministerie
Rechtszaak MH17, Rechtspraak
MH17, European Court of Human Rights
ICAO, Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
Verdrag van Chicago, Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

Geneste Applicaties

Doorzoek MH17

Doorzoek MH17

Contentverzamelaar