Zoeken

Webcontent zoeken

  • Deuxième Conférence préparatoire initiative MLA- Conclusions de la Présidence

    • Document | 15 januari 2020
    • Bestand: pdf - 71.9KB

  • Preparatory Conference MLA Initiative - chairs' conclusions

    • Document | 15 januari 2020
    • Bestand: pdf - 88.7KB

  • Explanatory Note

    • Document | 15 januari 2020
    • Bestand: pdf - 603.1KB

  • Initiative « MLA »

    • Content Dossier / MLA | 14 januari 2020

    Il existe un consensus mondial sur le fait qu’il ne doit pas y avoir d’impunité pour les crimes de génocide, les crimes contre l'humanité et les crimes de guerre ne doivent pas rester impunis. Les ...

  • MLA Initiative

    • Content Dossier / MLA | 14 januari 2020

    There is global consensus that there should be no impunity of genocide, crimes against humanity and war crimes. Investigation and prosecution of such crimes fall primarily under the responsibility ...

  • Disclaimer

    • Basiswebcontent | 8 januari 2020

  • Modernisering diplomatie plan van aanpak.pdf

    • Document | 8 januari 2020
    • Bestand: pdf - 447.9KB

  • Over het CIR

    • Basiswebcontent | 8 januari 2020

  • Arrest Hoge Raad inzake klimaatzaak Urgenda

    De Hoge Raad wijst erop dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de staten die bij het verdrag zijn aangesloten ertoe verplicht om voor hun ingezetenen de rechten en vrijheden te verzekeren die in het verdrag zijn vastgesteld. Art. 2 EVRM beschermt het recht op leven, en art. 8 EVRM het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een verdragsstaat op grond van deze bepalingen verplicht om passende maatregelen te treffen, indien een reëel en ernstig risico voor het leven of het welzijn van personen bestaat en de staat daarvan op de hoogte is.

    De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de positieve verplichtingen van de artikelen 2 en 8 EVRM ook van toepassing zijn op het (mondiale) probleem van klimaatverandering. Er is volgens de Hoge Raad sprake van een voldoende reëel en ernstig risico op aantasting van het leven en welzijn van ingezetenen van Nederland als gevolg van klimaatverandering. Art. 2 en 8 EVRM dienen naar het oordeel van de Hoge Raad zo te worden uitgelegd dat landen erop kunnen worden aangesproken hun aandeel te leveren in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het nationale recht moet volgens art. 13 EVRM een effectief rechtsmiddel bieden om tegen een schending of dreigende schending van de door het EVRM gewaarborgde rechten op te komen.

    Arrest Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:2006)

  • Privacyverklaring

    • Basiswebcontent | 19 december 2019