Dit document bevat schriftelijke opmerkingen van Nederland met betrekking tot de schriftelijke antwoorden van COSIS (Commissie van Kleine Eilandstaten inzake Klimaatverandering en Internationaal Recht) en IUCN (Internationale Unie voor Natuurbescherming) op de gestelde vraag door rechter Kittichaisaree in de adviesprocedure bij het Internationaal Zeerechttribunaal over het Mariene Milieu en Klimaatverandering (ITLOS Zaak Nr. 31). In de gestelde vraag werden deelnemers verzocht te verduidelijken of de specifieke verplichtingen genoemd in hun verklaringen kunnen worden beschouwd als gedragsverplichtingen of resultaatsverplichtingen.
Deze brief bevat de antwoorden van vragen van de Tweede Kamer over de visie van de Nederlandse regering ten opzichte van de Wet BEU in de door Israël bezette gebieden (Gaza, Westelijke Jordaanoever, m.i.v. Oost-Jeruzalem en Golan) en andere conflictgebieden (Westelijke Sahara).
Antwoorden op Kamervragen
In dit rapport “Internationaal recht en cannabis II” dat door Van Kempen en Fedorova is uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Heerlen, Utrecht en Eindhoven concluderen de onderzoekers dat het gereguleerd toestaan van cannabisteelt en –handel voor recreatief gebruik zou kunnen steunen op positieve verplichtingen die uit mensenrechtenverdragen voortvloeien. In het bijzonder zou het hier gaan om de rechten inzake gezondheid (artikel 12 IVESCR), leven (artikel 2 EVRM en artikel 6 IVBPR), onmenselijke behandeling (artikel 3 EVRM en artikel 7 IVBPR) en privéleven (artikel EVRM en artikel 17 IVBPR). Zie ook de Kamerbrief van 9 maart 2018 met een Kabinetsreactie op dit rapport.
In dit arrest komt de Hoge Raad tot het oordeel dat de Nederlandse regering niet onrechtmatig heeft gehandeld door mee te werken aan de plaatsing van met kernkoppen uitgeruste kruisvluchtwapens in Nederland. Dit arrest is van belang omdat de Hoge Raad oordeelt dat er geen internationaalrechtelijke norm bestaat die het voorhanden hebben van kernwapens verbiedt.