Inloggen Account aanvragen
Document | 15 november 2023
Bestand: pdf - 1.1MB
Dossier: Individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid
Trefwoorden: Aansprakelijkheid, strafrechtelijke | Internationaal strafrecht | Strafrechtelijke samenwerking (zie Internationale rechtshulp)
Multilateraal verdrag | 14 november 2023
Bestand: pdf - 1.2MB
Document | 20 december 2022
Bestand: pdf - 1.7MB
Bestand: pdf - 2.2MB
Bestand: pdf - 1.8MB
Bestand: pdf - 2MB
Kamerbrief | 14 maart 2022
Bestand: pdf - 73.7KB
Dossier: Staten | Staatsaansprakelijkheid | MH17
Trefwoorden: Aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid, Staats- | MH17 | Staatsaansprakelijkheid (zie Aansprakelijkheid, Staats-)
Door middel van deze kamerbrief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd, namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie en Veiligheid, dat Nederland samen met Australië een juridische procedure is gestart bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) tegen Rusland voor zijn rol bij het neerhalen van vlucht MH17. Nederland en Australië stellen in deze procedure dat Rusland het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart heeft geschonden door de rol die het heeft gespeeld bij het neerhalen van vlucht MH17.
Kamerbrief | 26 februari 2022
Bestand: pdf - 619.4KB
Dossier: Vrede en veiligheid | Rechtsgrondslag geweldgebruik
Trefwoorden: Consulaire taken | Cyber | Geweldgebruik (zie Ius ad bellum) | Geweldverbod (zie Ius ad bellum) | Humanitair oorlogsrecht (zie Internationaal humanitair recht) | Militair materieel (zie Strategische goederen; zie Wapens) | Sancties, collectieve
De minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie hebben de Kamer, mede namens de minister van Financiën, de minister van Justitie en Veiligheid, de minister van Economische Zaken & Klimaat, de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, doro middel van deze Kamerbrief geinformeerd over de kabinetsinzet naar aanleiding van de schokkende gebeurtenissen in Oekraïne en de implicaties van deze daad van agressie van Rusland.
Het kabinet gaat in deze Kamerbrief in op de actuele situatie in Oekraïne, de appreciatie van de Russische invasie, de internationale reactie en de houding van bondgenoten, de consequenties en internationale opvolging, de sanctiepakketten, de impact van deze pakketten, de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, de levering van militaire goederen, de consulaire stand van zaken en de humanitaire situatie (incl. vluchtelingen).
Uitspraak internationaal | 28 december 2021
Bestand: pdf - 1MB
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Trefwoorden: Eerbiediging van privé leven, familie- en gezinsleven (zie Privacy) | Foltering, verbod
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak S. tegen Denemarken (zaak nr. 57467/15) geoordeeld dat er sprake was van een schending van artikel 8 van het Verdrag (EVRM). Nederland heeft als derde-partij een reactie ingediend over een aantal algemene punten die zaakoverstijgend zijn.
De zaak betreft het verbod op foltering (artikel 3 EVRM) en het recht op het privéleven (artikel 8 EVRM). Wat betreft artikel 3 EVRM overweegt het EHRM dat in de onderhavige zaak niet is aangetoond dat de uitzetting van verzoeker naar Turkije een blootstelling aan een ernstige, snelle en onomkeerbare achteruitgang van zijn gezondheidstoestand resulterend in intens lijden zou opleveren, laat staan aan een significante vermindering van de levensverwachting. Het EHRM komt daarom tot de conclusie dat de hoge drempel voor toepassing van artikel 3 EVRM in dit geval niet wordt gehaald. In de beoordeling van de klacht onder artikel 8 EVRM constateert het Hof dat er door de Deense rechtbanken onvoldoende rekening was gehouden met enerzijds de gewijzigde persoonlijke omstandigheden in de periode van tussen 2009 en 2015 en anderzijds de persoonlijke band die verzoeker heeft met Denemarken. Om die redenen concludeert het EHRM dat er geen voldoende zorgvuldige en proportionele belangenafweging heeft plaatsgevonden. Derhalve heeft het EHRM geoordeeld dat er geen sprake was van een schending van artikel 3 EVRM, maar wel een schending van artikel 8 EVRM.
Uitspraak internationaal | 2 december 2021
Bestand: pdf - 306.7KB
Trefwoorden: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de zaak H.G.D.W. v. The Netherlands (zaak nr. 9476/19) geoordeeld dat het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 van het Verdrag (EVRM) niet geschonden is.
Verzoekster stelt in deze zaak dat er inbreuk is gemaakt op haar vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 EVRM. De centrale vraag in deze zaak is of de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster valt onder artikel 9 EVRM. Het EVRM overweegt in deze zaak dat een godsdienst of geloofsovertuiging, onder artikel 9 EVRM, een zeker niveau aan overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang bereikt moet hebben. Gezien het parodiërende karakter van de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster is dit niet het geval en is er geen sprake van een godsdienst of geloofsovertuiging in de zin van artikel 9 EVRM. Derhalve oordeelt het EHRM dat de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster niet valt onder artikel 9 EVRM. Het EHRM verklaart de klacht van verzoekster kennelijk ongegrond en niet-ontvankelijk.
Toont 1 - 10 van 184 resultaten.