De Hoge Raad wijst erop dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de staten die bij het verdrag zijn aangesloten ertoe verplicht om voor hun ingezetenen de rechten en vrijheden te verzekeren die in het verdrag zijn vastgesteld. Art. 2 EVRM beschermt het recht op leven, en art. 8 EVRM het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een verdragsstaat op grond van deze bepalingen verplicht om passende maatregelen te treffen, indien een reëel en ernstig risico voor het leven of het welzijn van personen bestaat en de staat daarvan op de hoogte is.
De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de positieve verplichtingen van de artikelen 2 en 8 EVRM ook van toepassing zijn op het (mondiale) probleem van klimaatverandering. Er is volgens de Hoge Raad sprake van een voldoende reëel en ernstig risico op aantasting van het leven en welzijn van ingezetenen van Nederland als gevolg van klimaatverandering. Art. 2 en 8 EVRM dienen naar het oordeel van de Hoge Raad zo te worden uitgelegd dat landen erop kunnen worden aangesproken hun aandeel te leveren in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het nationale recht moet volgens art. 13 EVRM een effectief rechtsmiddel bieden om tegen een schending of dreigende schending van de door het EVRM gewaarborgde rechten op te komen.
Arrest Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:2006)
Op het terrein van milieubescherming zijn er internationale regels over grondstoffenwinning en de leefomgeving. De regels beogen menselijke activiteiten te reguleren die een negatief effect op het ...
Dit document bevat de Nederlandse inbreng voor een procedure onder het Verdrag van Aarhus, aangespannen door de Nederlandse Vereniging van Omwonenden Windturbines (NLVOW), over de toegang tot informatie, inspraak van het publiek in de besluitvorming en toegang tot de rechter in aangelegenheden m.b.t. windturbines.
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de goedkeuring en uitvoering van de aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof. Er wordt ingegaan op de inwerkingtreding van de strafbaarstelling van het misdrijf agressie, aandachtspunten bij de toekomstige rechtsmacht over het misdrijf agressie, draagvlak voor het Internationaal Strafhof en getuigenbescherming.
Kamerbrief
Dit document bevat de inbreng van Nederland in een procedure onder het Verdrag van Aarhus welke door Greenpeace is aangespannen over het besluitvormingsproces van het verlengen van de levensduur van de kerncentrale in Borssele. De Nederlandse inbreng heeft betrekking op de implementatie van het Aarhus-verdrag, meer specifiek t.a.v. inspraak en ‘public participation’ zoals voorzien in artikel 6 van het Verdrag.
Dit document bevat de annex bij de Nederlandse inbreng onder het Verdrag van Aarhus, aangespannen door Greenpeace, over het verlengen van de levensduur van de kerncentrale in Borssele. Dit document gaat verder in op de activiteiten van de kerncentrale.
Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen van het lid Thieme over indirecte investeringen van ambtenaren via pensioenfondsen in legbatterijen en megastallen in het buitenland.