Inloggen Account aanvragen
Kamerbrief | 10 september 2024
Bestand: pdf - 137.3KB
Dossier: Internationale rechtsorde | Vreedzame geschillenbeslechting
Trefwoorden: Adviesbevoegdheid Internationaal Gerechtshof | Annexatie | Bezetting en Internationaal humanitair recht | Mensenrechtenschendingen | Ontmoedigingsbeleid
Op 19 juli 2024 heeft het Internationaal Gerechtshof (IGH, het Hof) een advies uitgebracht aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) inzake het optreden van Israël in de bezette Palestijnse Gebieden.
Kamerbrief
Externe publicatie | 12 augustus 2024 | Inbreng in juridische procedure internationaal
Dossier: Zelfbeschikking volken
Trefwoorden: Aansprakelijkheid, Staats- | Adviesbevoegdheid Internationaal Gerechtshof | Dekolonisatie | Erga omnes verplichtingen | Ius cogens | Onafhankelijkheid | Territoriale integriteit | Zelfbeschikkingsrecht, extern
Dit document bevat de ingediende zienswijze door Nederland met betrekking tot de adviesprocedure bij het Internationaal Gerechtshof over de juridische gevolgen van de afscheiding van de Chagosarchipel van Mauritius in 1965.
Commentaar | 2 oktober 2023
Bestand: pdf - 163.1KB
Trefwoorden: Briefwisseling | Due diligence (zie Zorgvuldigheidsplicht) | Obligaties
Dit document bevat schriftelijke opmerkingen van Nederland met betrekking tot de schriftelijke antwoorden van COSIS (Commissie van Kleine Eilandstaten inzake Klimaatverandering en Internationaal Recht) en IUCN (Internationale Unie voor Natuurbescherming) op de gestelde vraag door rechter Kittichaisaree in de adviesprocedure bij het Internationaal Zeerechttribunaal over het Mariene Milieu en Klimaatverandering (ITLOS Zaak Nr. 31). In de gestelde vraag werden deelnemers verzocht te verduidelijken of de specifieke verplichtingen genoemd in hun verklaringen kunnen worden beschouwd als gedragsverplichtingen of resultaatsverplichtingen.
Inbreng in juridische procedure internationaal | 25 juli 2023
Bestand: pdf - 270.9KB
Trefwoorden: Adviesbevoegdheid Internationaal Gerechtshof | Bezetting en Internationaal humanitair recht | Erga omnes verplichtingen | Ius cogens | Zelfbeschikkingsrecht, extern
Dit document bevat de ingediende zienswijze ('Written Statement') door Nederland met betrekking tot de adviesprocedure bij het Internationaal Gerechtshof over de juridische gevolgen die voortvloeien uit het beleid en de praktijk van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem.
Veelgestelde vragen | 26 mei 2023
Dossier: Humanitair oorlogsrecht
Een krijgsgevangene geniet bescherming onder de regels van het humanitair oorlogsrecht. Zo mogen krijgsgevangenen niet worden gestraft voor hun deelname aan de vijandelijkheden. Het Derde Verdrag ...
Combattanten hebben rechten en plichten onder het humanitair oorlogsrecht. Een combattant heeft het recht rechtstreeks deel te nemen aan vijandelijkheden tussen staten. Een combattant is verder ...
Kamerbrief | 14 oktober 2022
Bestand: pdf - 55.4KB
Dossier: Individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid
Trefwoorden: Discriminatie
Deze kamerbrief bevat een nadere de juridische duiding t.a.v. de kwalificatie van apartheid, die beschreven wordt in de brief van het kabinet van 13 juni 2022 (Kamerstuk 30 950, nr. 312) en hoe dit van toepassing is op de situatie in Israël.
Jurisprudentie | 4 oktober 2022
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Trefwoorden: Belastingen | Eerlijk proces
De Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt in de zaak De Legé v. Nederland (zaak nr. 58342/15) dat Nederland artikel 6, lid 1, van het EVRM niet heeft geschonden.
Aan de verzoeker zijn belastingboetes opgelegd naar aanleiding van zijn verzuim om aan zijn wettelijke verplichting te voldoen om alle (voor de belastingheffing) relevante informatie te verstrekken. Aangezien deze informatie uiteindelijk waren verkregen onder dreiging van dwangsommen, stelt de verzoeker dat er sprake is van een schending van het privilege tegen zelfbeschuldiging (het nemo tenetur principe) zoals vastgelegd in artikel 6, lid 1 EVRM. Het EHRM stelt dat de bankafschriften en portefeuille-overzichten reeds inzichtelijk waren voor de autoriteiten. Daarbij is de dwangsom die de verzoeker vervolgens zou worden opgelegd (indien hij het bevel niet uitvoerde) niet te kwalificeren als onmenselijke of vernederende behandeling. Gezien het bovenstaande concludeert de Kamer dat het gebruik van de bankafschriften en portefeuille-overzichten niet onder de bescherming van het voorecht tegen zelfbeschuldiging valt. Daarom is er geen sprake van een schending van artikel 6, lid 1, EVRM.
Jurisprudentie | 14 september 2022
Trefwoorden: Jurisdictie-uitoefening, extraterritoriale
De Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt in de zaak H.F. and Others v. France (zaak nr. 24384/19 en 44234/02) dat Frankrijk artikel 3, lid 2, van het Vierde Protocol bij het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
Verzoekers hebben de Franse autoriteiten gevraagd om repatriëring (terugbrengen naar Frankrijk) door de Franse autoriteiten van hun dochters en kleinkinderen, die zich bevinden in IS kampen in het noordoosten van Syrië. Verzoekers klagen bij het EHRM dat de weigering door Franse autoriteiten in strijd is met artikel 3 EVRM (bescherming tegen onmenselijke behandeling) en artikel 3, lid 2, Vierde Protocol (recht op toegang grondgebied eigen land). Het EHRM oordeelt dat de familieleden in kwestie zich niet binnen de Franse jurisdictie (rechtsmacht) bevonden, in de zin van artikel 1 EVRM, voor een beroep op artikel 3 EVRM. Het EHRM oordeelt tevens dat de vrouwen en kleinkinderen niet een recht op repatriëring hebben op grond van artikel 3, lid 2, Vierde Protocol. De bescherming van dit artikel kan in uitzonderlijke gevallen wel ‘positieve extraterritoriale verplichtingen’ met zich mee brengen voor een Staat. Het EHRM oordeelt dat de beoordeling door de Franse autoriteiten van het verzoek tot repatriëring niet was omgeven met voldoende procedurele waarborgen tegen arbitraire beslissingen, waardoor Frankrijk artikel 3, lid 2,Vierde Protocol heeft geschonden.
Kamerbrief | 23 juni 2022
Bestand: pdf - 46.9KB
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting
Trefwoorden: Arbitrage
Met deze Kamerbrief informeert de Minister van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer over de arbitragezaak die het Permanent Hof van Arbitrage (PHA) heeft ingesteld tegen het Koninkrijk der Nederlanden inzake de toepassing van het Zetelverdrag. Het geschil betreft de ruimtetoekenning door de Carnegie Stichting in het Vredespaleis aan het PHA.
Toont 1 - 10 van 192 resultaten.