Inloggen Account aanvragen
Commentaar | 20 maart 2020
Bestand: pdf - 139.8KB
Bestand: pdf - 257.3KB
Bestand: pdf - 1.7MB
Bestand: pdf - 434.8KB
Bestand: pdf - 1.3MB
Bestand: pdf - 158.3KB
Bestand: pdf - 233.9KB
Antwoorden op Kamervragen | 16 maart 2020
Bestand: pdf - 44KB
Dossier: Staten | Erkenning
Trefwoorden: Annexatie | Erkenning
Dit document bevat de antwoorden op de Kamervragen van het lid Baudet over nieuwe Nederlandse kritiek op het Israëlische woningbouwbeleid.
Kamerbrief
Commentaar | 12 maart 2020
Bestand: pdf - 585.4KB
Jurisprudentie | 5 maart 2020
Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten
Trefwoorden: Eerlijk proces | Effectief rechtsmiddel (zie Rechtsmiddel) | Foltering, verbod | Onmenselijke en vernederende behandeling, verbod (zie Foltering, verbod) | Rechtsmacht | Rechtsmacht, extra-territoriale
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak M.N. v. Belgium (zaak nr. 3599/18) de klacht van de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens het Hof alle vermeende schendingen van het Verdrag (EVRM) buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.
De zaak betreft het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (artikel 3 EVRM), het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM) en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). De verzoekers (een Syrische familie) hebben een klacht ingediend, nadat België meerdere asielaanvragen had afgewezen. Het EHRM oordeelt dat de klacht niet inhoudelijk behandeld kan worden, omdat de verzoekers niet onder de rechtsmacht van België vallen. Ten eerste bevonden de verzoekers zich niet op Belgisch grondgebied of elders waar België effectieve control uitoefende. Ook oefende de medewerkers van de Belgische ambassade geen de facto control uit over de verzoekers. Hierdoor verklaart het EHRM de klacht niet-ontvankelijk aangezien alle vermeende schendingen buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.
Toont 81 - 90 van 405 resultaten.