Zoeken

Web content search

93 Zoekresultaten

Web content search
Sorteren op: Datum /

Uitspraak EHRM H.F. e.a. v. Frankrijk - schending recht tot betreden grondgebied van staat waarvan persoon onderdaan is

Jurisprudentie | 14 september 2022

Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten

Trefwoorden: Jurisdictie-uitoefening, extraterritoriale

De Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt in de zaak H.F. and Others v. France (zaak nr. 24384/19 en 44234/02) dat Frankrijk artikel 3, lid 2, van het Vierde Protocol bij het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.

Verzoekers hebben de Franse autoriteiten gevraagd om repatriëring (terugbrengen naar Frankrijk) door de Franse autoriteiten van hun dochters en kleinkinderen, die zich bevinden in IS kampen in het noordoosten van Syrië. Verzoekers klagen bij het EHRM dat de weigering door Franse autoriteiten in strijd is met artikel 3 EVRM (bescherming tegen onmenselijke behandeling) en artikel 3, lid 2, Vierde Protocol (recht op toegang grondgebied eigen land). Het EHRM oordeelt dat de familieleden in kwestie zich niet binnen de Franse jurisdictie (rechtsmacht) bevonden, in de zin van artikel 1 EVRM, voor een beroep op artikel 3 EVRM. Het EHRM oordeelt tevens dat de vrouwen en kleinkinderen niet een recht op repatriëring hebben op grond van artikel 3, lid 2, Vierde Protocol. De bescherming van dit artikel kan in uitzonderlijke gevallen wel ‘positieve extraterritoriale verplichtingen’ met zich mee brengen voor een Staat. Het EHRM oordeelt dat de beoordeling door de Franse autoriteiten van het verzoek tot repatriëring niet was omgeven met voldoende procedurele waarborgen tegen arbitraire beslissingen, waardoor Frankrijk artikel 3, lid 2,Vierde Protocol heeft geschonden.

Antwoorden op Kamervragen over de VN-conferentie over het wereldzeeënverdrag

Antwoorden op Kamervragen | 21 juni 2022

Dossier: Volle zee

Trefwoorden: Milieubescherming (zie Milieuschade; zie Internationaal milieurecht) | Volle zee

Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen over de onderhandelingen over en mondiaal verdrag ter bescherming van biodiversiteit in zeegebieden buiten de nationale rechtsmacht van kuststaten (Biodiversity Beyond National Jurisdiction; BBNJ-proces). De antwoorden gaan onder meer in op de Nederlandse inzet voor de onderhandelingen en ambities voor het uiteindelijke verdrag.

Antwoorden op Kamervragen over de VN Intergovernmental Conference on Marine Biodiversity of areas Beyond National Jurisdiction (BBNJ)

Antwoorden op Kamervragen | 22 maart 2022

Dossier: Volle zee

Trefwoorden: Milieubescherming (zie Milieuschade; zie Internationaal milieurecht) | Volle zee

Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen over de onderhandelingen over en mondiaal verdrag ter bescherming van biodiversiteit in zeegebieden buiten de nationale rechtsmacht van kuststaten (Biodiversity Beyond National Jurisdiction; BBNJ-proces). De antwoorden gaan onder meer in op de staat van de oceanen, de onderhandelingen en de doelen van het uiteindelijke verdrag. Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen over de onderhandelingen over en mondiaal verdrag ter bescherming van biodiversiteit in zeegebieden buiten de nationale rechtsmacht van kuststaten (Biodiversity Beyond National Jurisdiction; BBNJ-proces). De antwoorden gaan onder meer in op de staat van de oceanen, de onderhandelingen en de doelen van het uiteindelijke verdrag.

Rapportage internationale mensenrechtenprocedures 2020

Overig | 18 mei 2021 | Minister van Buitenlandse Zaken

Bestand: pdf - 505.8KB

Dossier: Mensenrechten

Trefwoorden: Mensenrechtenschendingen | Individueel klachtrecht | Verdragsverplichtingen, materiële schending van

In het rapport zijn samenvattingen opgenomen van alle uitspraken en beslissingen van internationale mensenrechtenprocedures waarbij het Koninkrijk der Nederlanden in het jaar 2020 betrokken is geweest. In rapport is ook een overzicht opgenomen van de stand van zaken van uitspraken die door het Koninkrijk tenuitvoer moeten worden gelegd.

Polaire Strategie 2021-2025

Overig | 18 december 2020

Bestand: pdf - 783.6KB

Dossier: Antarctica | De Noordpool

Trefwoorden: Internationaal milieurecht | Wetenschappelijk onderzoek

Dit document bevat de Nederlandse Polaire Strategie voor de periode 2021-2025. De strategie beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in de poolgebieden op het gebied van o.a. geopolitiek, klimaat en economische ontwikkelingen, en de relevantie daarvan voor Nederland. Het Nederlands polair beleid stoelt al geruime tijd op drie kernbegrippen: duurzaamheid, internationale samenwerking en wetenschappelijk onderzoek. De strategie geeft weer hoe Nederland de komende jaren betrokken wil zijn bij de ontwikkelingen en hoe Nederland zijn doelen nastreeft.

Rapport Geweldsmonopolie en piraterij

Advies overig | 4 juni 2020

Bestand: pdf - 1MB

Dossier: Piraterijbestrijding

Trefwoorden: Piraterij | Scheepvaart | Terrorismebestrijding

Dit document bevat het rapport van de Adviescommissie gewapende particuliere beveiliging tegen piraterij inzake geweldsmonopolie en piraterij.

De Noordpool

Content Dossier / MLA | 12 mei 2020

Dossier: De Noordpool

Het Noordpoolgebied heeft geen duidelijk omschreven geografische grens. Vaak wordt de Noordpool aangegeven als het gebied boven de poolcirkel, maar ook het gebied ten noorden van de 10°C isotherm ...

Beslissing EHRM M.N. v. België - niet-ontvankelijk

Uitspraak internationaal | 5 maart 2020

Dossier: Individuen en groepen | Mensenrechten

Trefwoorden: Eerlijk proces | Effectief rechtsmiddel (zie Rechtsmiddel) | Foltering, verbod | Onmenselijke en vernederende behandeling, verbod (zie Foltering, verbod) | Rechtsmacht | Rechtsmacht, extra-territoriale

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak M.N. v. Belgium (zaak nr. 3599/18) de klacht van de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens het Hof alle vermeende schendingen van het Verdrag (EVRM) buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.

De zaak betreft het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (artikel 3 EVRM), het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM) en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). De verzoekers (een Syrische familie) hebben een klacht ingediend, nadat België meerdere asielaanvragen had afgewezen. Het EHRM oordeelt dat de klacht niet inhoudelijk behandeld kan worden, omdat de verzoekers niet onder de rechtsmacht van België vallen. Ten eerste bevonden de verzoekers zich niet op Belgisch grondgebied of elders waar België effectieve control uitoefende. Ook oefende de medewerkers van de Belgische ambassade geen de facto control uit over de verzoekers. Hierdoor verklaart het EHRM de klacht niet-ontvankelijk aangezien alle vermeende schendingen buiten het toepassingsbereik van het EVRM vallen.

Arrest Hoge Raad inzake klimaatzaak Urgenda

Uitspraak nationaal | 20 december 2019 | Hoge Raad

Bestand: pdf - 274.3KB

Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde

Trefwoorden: Mensenrechten, directe werking | Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)

De Hoge Raad wijst erop dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de staten die bij het verdrag zijn aangesloten ertoe verplicht om voor hun ingezetenen de rechten en vrijheden te verzekeren die in het verdrag zijn vastgesteld. Art. 2 EVRM beschermt het recht op leven, en art. 8 EVRM het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een verdragsstaat op grond van deze bepalingen verplicht om passende maatregelen te treffen, indien een reëel en ernstig risico voor het leven of het welzijn van personen bestaat en de staat daarvan op de hoogte is.

De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de positieve verplichtingen van de artikelen 2 en 8 EVRM ook van toepassing zijn op het (mondiale) probleem van klimaatverandering. Er is volgens de Hoge Raad sprake van een voldoende reëel en ernstig risico op aantasting van het leven en welzijn van ingezetenen van Nederland als gevolg van klimaatverandering. Art. 2 en 8 EVRM dienen naar het oordeel van de Hoge Raad zo te worden uitgelegd dat landen erop kunnen worden aangesproken hun aandeel te leveren in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het nationale recht moet volgens art. 13 EVRM een effectief rechtsmiddel bieden om tegen een schending of dreigende schending van de door het EVRM gewaarborgde rechten op te komen.

Arrest Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:2006)

Zijn er internationale tribunalen om oorlogsmisdadigers te vervolgen?

Veelgestelde vragen | 17 december 2019

Dossier: Individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid

Vanaf 1993 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ten aanzien van een aantal specifieke conflicten internationale tribunalen ingesteld om oorlogsmisdaden en andere internationale ...