Combattanten hebben rechten en plichten onder het humanitair oorlogsrecht. Een combattant heeft het recht rechtstreeks deel te nemen aan vijandelijkheden tussen staten. Een combattant is verder ...
Voorop staat dat in situaties van een gewapend conflict iedereen een bepaalde mate van bescherming geniet. Het humanitair oorlogsrecht beschermt mensen die niet (langer) deelnemen aan de strijd. ...
Van een internationaal gewapend conflict is sprake wanneer één of meerdere staten gewapend geweld gebruiken tegen een andere staat. Of een situatie een internationaal gewapend conflict is, ...
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onder andere het onderwerp ongewenste tweede nationaliteit. De beantwoording is mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken.
In de Kamerbrief wordt de Kamer geïnformeerd over de reden voor de sluiting van het Handelskantoor van de Russische Federatie in Amsterdam, d.w.z. ontoereikende diplomatieke bezetting ten gevolge van de uitwijzing van een groot deel van de diplomatieke staf van Moskou en Sint Petersburg en het uitblijven van resultaat in de onderhandeling met Rusland over de verstrekking van visa aan nieuwe diplomatieke medewerkers.
Deze Kamerbrief bevat een update over de stand van zaken in de verschillende juridische procedures rondom het neerhalen van vlucht MH17. Het betreft het strafproces, de statenklacht tegen Rusland bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de procedure tegen Rusland bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).
Deze kamerbrief bevat een nadere de juridische duiding t.a.v. de kwalificatie van apartheid, die beschreven wordt in de brief van het kabinet van 13 juni 2022 (Kamerstuk 30 950, nr. 312) en hoe dit van toepassing is op de situatie in Israël.
De Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt in de zaak H.F. and Others v. France (zaak nr. 24384/19 en 44234/02) dat Frankrijk artikel 3, lid 2, van het Vierde Protocol bij het Verdrag (EVRM) heeft geschonden.
Verzoekers hebben de Franse autoriteiten gevraagd om repatriëring (terugbrengen naar Frankrijk) door de Franse autoriteiten van hun dochters en kleinkinderen, die zich bevinden in IS kampen in het noordoosten van Syrië. Verzoekers klagen bij het EHRM dat de weigering door Franse autoriteiten in strijd is met artikel 3 EVRM (bescherming tegen onmenselijke behandeling) en artikel 3, lid 2, Vierde Protocol (recht op toegang grondgebied eigen land). Het EHRM oordeelt dat de familieleden in kwestie zich niet binnen de Franse jurisdictie (rechtsmacht) bevonden, in de zin van artikel 1 EVRM, voor een beroep op artikel 3 EVRM. Het EHRM oordeelt tevens dat de vrouwen en kleinkinderen niet een recht op repatriëring hebben op grond van artikel 3, lid 2, Vierde Protocol. De bescherming van dit artikel kan in uitzonderlijke gevallen wel ‘positieve extraterritoriale verplichtingen’ met zich mee brengen voor een Staat. Het EHRM oordeelt dat de beoordeling door de Franse autoriteiten van het verzoek tot repatriëring niet was omgeven met voldoende procedurele waarborgen tegen arbitraire beslissingen, waardoor Frankrijk artikel 3, lid 2,Vierde Protocol heeft geschonden.
Toont 21 - 30 van 426 resultaten.