Inloggen Account aanvragen
Uitspraak internationaal | 24 mei 2005
Bestand: pdf - 616.5KB
Dossier: Vreedzame geschillenbeslechting
Trefwoorden: Arbitrage | Internationale geschillenbeslechting, vreedzame | Rechtsmacht
Dit document bevat de uitspraak in de arbitrage tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied. Het tribunaal oordeelt dat Nederland haar wetgeving en beleid met betrekking tot de IJzeren Rijn spoorweg niet op een gunstiger manier hoeft toe te passen dan andere spoorwegen in Nederland.
Overig | 30 april 2005
Bestand: pdf - 68.2KB
Dossier: Antarctica
Trefwoorden: Continentaal plateau | Territoriale claim | Territoriale soevereiniteit (zie Soevereiniteit)
Dit document bevat een Note Verbale van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Commissie inzake de Grenzen van het Continentaal Plat (CLCS) over de submissie van Australië inzake Antarctica. In de Note Verbale geeft het Koninkrijk aan dat het territoriale claims op Antarctica niet erkend en dat Australië daarom ook geen soevereine rechten op het continentaal plat toekomt.
Advies AIV | 11 maart 2005
Bestand: pdf - 763.7KB
Dossier: Vredesmachten
Trefwoorden: Soevereiniteit
Dit document bevat advies nr. 14 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende falende staten, en de reactie van het kabinet op dit advies. Het kabinet gaat onder meer in op de Nederlandse inzet bij wederopbouw, de inzet van militaire middelen en de rol van de Verenigde Naties.
Kamerbrief | 10 maart 2005
Bestand: pdf - 23.3KB
Dossier: Rechtsgrondslag geweldgebruik | Terrorismebestrijding
Trefwoorden: Geweldgebruik, collectief | Terrorisme | Terrorismebestrijding | Zelfverdediging, collectieve
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de criteria op basis waarvan kan worden beoordeeld wanneer niet langer een beroep kan worden gedaan op het recht op (collectieve) zelfverdediging.
Kamerbrief
Uitspraak internationaal | 15 december 2004
Bestand: pdf - 406.2KB
Trefwoorden: Geweldgebruik (zie Ius ad bellum) | Geweldgebruik, collectief | Interne aangelegenheden | Rechtsmacht | Soevereiniteit | Territoriale soevereiniteit (zie Soevereiniteit)
In deze uitspraak komt het IGH tot het oordeel dat het Gerechtshof geen rechtsmacht heeft om inhoudelijk een uitspraak te doen over dit geschil, omdat Servië geen partij was bij het Statuut van het Gerechtshof op het moment dat het de procedure tegen Nederland initieerde.
Document | 12 november 2004 | Afdeling Bestuursrechtsrpaak Raad van State
Bestand: pdf - 128.4KB
Dossier: Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
Trefwoorden: Doorwerking internationaal recht (zie Verdragen, rechtstreekse werking)
De Afdeling oordeelde dat uit artikel 94 van de Grondwet en de jurisprudentie van de Afdeling hieromtrent volgt, dat niet uitsluitend de rechter, maar in voorkomende gevallen ook bestuursorganen een ieder verbindende verdragsbepalingen moeten toepassen. Dit kan ertoe leiden dat ook bestuursorganen de begrenzingen voortvloeiend uit een bepaalde regeling van Nederlands recht buiten toepassing moeten laten. Dit kan zich voordoen in het geval waarin een bestuursorgaan bij zijn beoordeling in beginsel slechts de limitatief in de desbetreffende wet of regeling opgenomen gronden of omstandigheden mag betrekken. Zie relevante overwegingen r.o. 6.3-6.5.
Uitspraak ABRvS
Overig | 25 oktober 2004
Bestand: pdf - 49.6KB
Dossier: Drugsbestrijding
Trefwoorden: Drugshandel | Drugsverstrekking van overheidswege
Dit kaderbesluit bevestigt – in de artikelen 2 en 4 – de verplichtingen van de VN-verdragen en harmoniseert op een minimumniveau de strafmaxima voor de vrijheidsstraffen die op de verboden gedragingen dienen te worden gesteld.
Kaderbesluit
Jurisprudentie | 15 september 2004 | Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
Bestand: pdf - 136.5KB
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat wanneer partijen een beroep doen op een bepaling van volkenrechtelijke aard de rechter tot taak heeft om een oordeel te geven over de vraag of een correcte uitvoering en toepassing van volkenrechtelijke regels in de nationale rechtsorde heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid van de rechter om volkenrecht toe te passen berust onder meer op de artikelen 93 en 94 van de Grondwet.
De rechter is bevoegd het volkenrecht toe te passen in de nationale rechtsorde, voorzover zich dat voor toepassing door hem leent, ook in gevallen waarin er geen strijd is met nationale wettelijke voorschriften.
Aangezien de tekst, noch de geschiedenis van de totstandkoming van de Overeenkomst aanwijzingen bevatten dat de overeenkomstsluitende partijen al dan niet rechtstreekse werking aan de bepalingen van de Overeenkomst hebben willen verlenen, is voor de beantwoording van de vraag of aan die bepalingen een zodanige werking toekomt de inhoud van die bepalingen beslissend. De bepalingen van de Overeenkomst dienen zodanig concreet en hanteerbaar te zijn dat zij door de rechter kunnen worden toegepast. In dat verband kunnen de bewoordingen, context, doel en strekking van de bepalingen en de samenhang met andere bepalingen uit de Overeenkomst worden bezien. Dat, zoals verweerder betoogt, de Overeenkomst alleen verplichtingen zou opleggen aan staten betekent niet zonder meer dat deze niet als een ieder verbindend kan worden aangemerkt. Voorzover verweerder wijst op het standpunt van de regering dat de bepalingen als richtlijnen dienen te worden beschouwd, merkt de Afdeling op dat beantwoording van de vraag of een verdrag een ieder verbindende bepalingen bevat uiteindelijk is voorbehouden aan de rechter. Zie essentie r.o. 2.2.3 – 2.2.6.
UItspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
Inbreng in juridische procedure internationaal | 1 juni 2004
Bestand: pdf - 268.2KB
Trefwoorden: Arbitrage | Rechtsmacht | Vreedzame geschillenbeslechting (zie Int. geschillenbeslechting, vreedzame)
Dit document bevat aanvullende schriftelijke inbreng van Nederland in de arbitrage tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied, waarin o.a. wordt ingegaan op de territoriale integriteit van Nederland.
Inbreng in juridische procedure internationaal | 1 januari 2004
Bestand: pdf - 327KB
Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de arbitrage tussen België en Nederland inzake de verdeling van de kosten van de reactivering van de spoorverbinding IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied, waar o.a. wordt ingegaan op de feitelijke geschiedenis van de spoorweg en het Verdrag van Londen uit 1839 waarmee de onafhankelijkheid van België werd erkend.
Toont 451 - 460 van 500 resultaten.