De Hoge Raad oordeelt dat art. 7a VN-Vrouwenverdrag rechtstreekse werking heeft (in de zin van art. 93 en 94 Gw.). Het VN-Vrouwenverdrag eist dat de Staat passief kiesrecht voor vrouwen effectief verzekert. Verdrag laat Staat op dit punt geen beleidsvrijheid. Discriminatieverbod weegt, in zoverre het de kiesrechten van alle burgers waarborgt - neergelegd in art. 4 Gw., art. 25 in verband met art. 2 IVBPR en, toegespitst op de onderhavige kwestie, art. 7 Vrouwenverdrag - zwaarder dan de andere grondrechten die in het geding zijn. Staat is gehouden maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat SGP passief kiesrecht aan vrouwen toekent, waarbij de Staat een effectieve maatregel moet kiezen die zo min mogelijk inbreuk maakt op de grondrechten van de SGP. Rechter niet bevoegd Staat te bevelen wetgeving in formele zin tot stand te brengen (vgl. HR 21 maart 2003, NJ 2003, 691). Voor een rechterlijk gebod tot treffen van maatregelen ter voldoening aan art. 7 Vrouwenverdrag is in beginsel evenmin plaats. Dit geldt ook voor een bevel tot stopzetting subsidie SGP. Staat handelt in strijd met art. 7, aanhef en onder a en c, VN-Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig door ten aanzien van politieke partij volgens welke aan vrouwen geen passief kiesrecht toekomt voor algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen, niet de maatregelen te nemen die art. 7, aanhef en onder a en c, van het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van hem vergt. Zie essentie r.o. 4.4.2
Arrest Hoge Raad
Dit document bevat de antwoorden van Nederland op de vragen van de rechters van het IGH in de Advisory Opinion inzake de unilaterale afscheiding van Kosovo. De vragen hebben betrekking op de internationaalrechtelijke regels omtrent afscheiding en het zelfbeschikkingsrecht, en de Rambouillet Accords.
Dit document bevat de memorie van toelichting bij Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat.
Dit document bevat de Engelse versie van Richtlijn 2009/C 303/06 van de Raad van de EU inzake de bijgewerkte richtsnoeren om operationele instrumenten voor de Europese Union en haar instellingen en organen op te stellen ter bevordering van de naleving van het internationaal humanitaire recht (IHL).
Dit document bevat de Nederlandse versie van Richtlijn 2009/C 303/06 van de Raad van de EU inzake de bijgewerkte richtsnoeren om operationele instrumenten voor de Europese Union en haar instellingen en organen op te stellen ter bevordering van de naleving van het internationaal humanitaire recht (IHL).
Dit document bevat advies nr. 19 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende ‘Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties’, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Dit document bevat de mondelinge verklaring van Nederland over het bestaan en uitoefenen van het bestaan van het postkoloniale recht tot zelfbeschikking en de wettige uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht door de bevolking van Kosovo.
Dit document bevat het Advies van de Raad van State over voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van het Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart.
Dit document bevat een Note Verbale van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Commissie inzake de Grenzen van het Continentaal Plat (CLCS) over de submissie van Argentinië inzake Antarctica. In de Note Verbale geeft het Koninkrijk aan dat het territoriale claims op Antarctica niet erkend en dat Argentinië daarom ook geen soevereine rechten op het continentaal plat toekomt.
Dit document bevat een Note Verbale van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Commissie inzake de Grenzen van het Continentaal Plat (CLCS) over de submissie van Noorwegen inzake Antarctica. In de Note Verbale geeft het Koninkrijk aan dat het territoriale claims op Antarctica niet erkend en dat Noorwegen daarom ook geen soevereine rechten op het continentaal plat toekomt.
Toont 281 - 290 van 364 resultaten.