Dit document bevat commentaar nr. 2 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) op het preadvies van Francisco Orrego Vicuna en Chrisopther Pinto inzake de ‘Peaceful Settlement of Disputes’.
Dit advies van de Commissie inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) heeft betrekking op het preadvies van Christopher Greenwood over humanitair oorlogsrecht, dat gegeven is vanwege de herdenking van het feit dat het in 1999 honderd jaar geelden was dat de Eerste Haagse Vredesconferentie plaatsvond. Tijdens deze herdenking was het humanitair oorlogsrecht een van de onderwerpen waarover een seminar is gegeven.
Dit document bevat de Memorie van Toelichting bij het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS).
Dit document bevat het advies van de Raad van State en het nader rapport bij het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS). De Raad van State gaat onder meer in op de Uitvoerende Overeenkomst inzake de Internationale Zeebodemautoriteit.
Deze Kamerbrief bevat een kabinetsreactie op de motie-Vreugdenhil waarin wordt verzocht om een notitie betreffende de wenselijkheid om, in verband met de rechtspositie van personen werkzaam op installaties en andere inrichtingen voor de exploratie en exploitatie van het Nederlandse deel van het continentaal plat, de Nederlandse wetgeving aldaar ook van toepassing te verklaren op andere rechtsgebieden dan thans het geval is. De kabinetsreactie gaat in op het vestigen van rechtsmacht over het continentaal plat, de statenpraktijk en de ontwikkeling. Het kabinet gaat ook in op het advies dat de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) over deze vraagstukken heeft gegeven.>
Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen). In de Kamerbrief wordt uiteengezet dat naar Nederlandse opvatting, naast de effectiviteit van het gezag, voor het vraagstuk van erkenning voorts van belang de bereidheid en mogelijkheid van een nieuwe regering op voet van gelijkheid betrekkingen met andere regeringen te onderhouden en volkenrechtelijke verplichtingen aangegaan door de vorige regering na te komen. Tenslotte wordt er ook op gelet of een nieuwe regering de instemming van een belangrijk deel van de bevolking heeft.
In deze uitspraak komt het Internationaal Gerechtshof (IGH) tot de conclusie dat de maatregelen die Zweden neemt met betrekking tot het voogdijschap over een Zweeds-Nederlands minderjarig kind niet in strijd zijn met het Voogdijverdrag uit 1902. Deze uitspraak is van belang omdat nationaal recht voorrang kreeg boven verdragsverplichtingen. Daarnaast heeft deze uitspraak ertoe geleid dat er een nieuw verdrag is gekomen welke voogdij-verplichtingen regelt.
Dit document bevat de Repliek van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof (IGH). Hierin betoogt Nederland dat de ‘protective education’-maatregelen die Zweden neemt niet in overeenstemming zijn met de verplichtingen die Zweden heeft onder het Voogdijverdrag uit 1902.
Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de zaak Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) voor het Internationaal Gerechtshof, waarin Nederland in gaat op de verplichtingen die voortvloeien uit het voogdijverdrag uit 1902.
Dit document bevat de notificatie van Nederland waarmee het de procedure initieert inzake de Case Concerning the Application of the Convention of 1902 Governing the Guardianship of Infants (Netherlands v Sweden) bij het Internationaal Gerechtshof (IGH).
Toont 181 - 190 van 190 resultaten.