Dit document bevat advies nr. 7 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende de problematiek rondom humanitaire interventie, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Dit document bevat advies nr. 20 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende immuniteit van leden van buitenlandse officiële missies, en de twee reacties van het kabinet op dit advies.
De Hoge Raad komt tot het oordeel dat uit art. 94 Grondwet volgt dat binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften geen toepassing vinden indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. In deze bepaling is, voorzover hier van belang, tot uitdrukking gebracht dat de rechter het in art. 16 Grondwet en art. 1, eerste lid, Sr vervatte verbod tot het verlenen van terugwerkende kracht wel dient te toetsen aan verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, doch dat niet mag doen aan ongeschreven volkenrecht. Deze uitleg strookt met de geschiedenis van de totstandkoming van art. 94 Grondwet. Daartoe wordt verwezen naar de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel dat tot die bepaling heeft geleid (Kamerstukken II 1977-1978, 15 049 (R 1100), nr. 3, blz. 11 e.v.). De Hoge Raad komt tot de conclusie dat het de rechter niet vrijstaat de Uitvoeringswet folteringverdrag - die daarin niet voorziet - buiten toepassing te laten wegens strijd met dat ongeschreven volkenrecht. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van art. 94 Grondwet heeft de grondwetgever toepassing van ongeschreven volkenrecht indien deze toepassing zou botsen met nationale wettelijke voorschriften, niet willen aanvaarden. Zie essentie in r.o. 4.4.1., 4.4.2. en 4.6.
Arrest Hoge Raad
Het Internationaal Gerechtshof komt op basis van de tekst van artikel 36, eerste lid, van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen tot het oordeel dat dit artikel individuele rechten creëert die voor de nationale rechter moeten kunnen worden ingeroepen. Zie essentie par. 77.
Uitspraak Internationaal Gerechtshof (IGH)
Dit document bevat advies nr. 9 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende Staatsaansprakelijkheid en de kabinetsreactie op dit advies.
Dit document bevat advies nr. 10 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende de door de International Law commission (ILC) gestelde vragen mb.t. diplomatieke bescherming, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Dit document bevat de kabinetsreactie en het advies van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) over de definitie van het misdrijf agressie met een voorstudie van mr. A. Bos "Het misdrijf van agressie naar internationaal recht en naar internationaal strafrecht".
Kabinetsreactie
Dit betreft schriftelijke inbreng (preliminaire bezwaren) van Nederland in de procedure van Joegoslavië tegen Nederland bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) inzake de rechtmatigheid van het gebruik van geweld, waarin o.a. wordt ingegaan op art. 36 (2) Statuut van het Internationaal Gerechtshof en bepalingen van het Genocideverdrag.
Dit document bevat advies nr. 4 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende de ontwerp-artikelen van het ILC inzake immuniteit van Staten en hun eigendom.
Dit document bevat het verzoekschrift van Joegoslavië ter instelling van een procedure tegen Nederland bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) inzake de rechtmatigheid van het gebruik van geweld tegen een andere staat.
Toont 491 - 500 van 525 resultaten.