Deze kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de vraag wie een beslissende stem heeft bij de beantwoording van de vraag of Sint Eustatius al dan niet een onafhankelijke status verkrijgt.
Kamerbrief
Dit document bevat de kennisgeving van arbitrage aan Rusland door Nederland inzake het geschil over de Arctic Sunrise, en een schriftelijke uiteenzetting van de Nederlandse eisen.
Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen van de leden Van Dijk en Maij over landroof in Mozambique.
Dit document bevat het advies van de afdeling Advisering Raad van State en Nader Rapport bij het Wapenhandelsverdrag. Het verdrag heeft tot doel om de wereldwijde handel in conventionele wapens te reguleren.
Advies
Dit document bevat advies nr. 18 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende de toepassing van Protocol nr. 14 bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en de reactie van het kabinet op dit advies.
Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen van het lid Beckerman over de onwenselijkheid van beleggingen van pensioenfondsen in de kerncentrale Tihange.
Met deze Kamerbrief informeert de Minister van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer over de arbitragezaak die het Permanent Hof van Arbitrage (PHA) heeft ingesteld tegen het Koninkrijk der Nederlanden inzake de toepassing van het Zetelverdrag. Het geschil betreft de ruimtetoekenning door de Carnegie Stichting in het Vredespaleis aan het PHA.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de zaak Dijkhuizen tegen Nederland (zaak nr. 61591/16) geoordeeld dat Nederland het recht op een eerlijk proces onder artikel 6, derde lid, van het Verdrag (EVRM) niet heeft geschonden.
De zaak betreft het recht op een eerlijk proces, meer in het bijzonder het recht om in persoon bij de rechtszitting aanwezig te zijn en of een videoverbinding een gerechtvaardigde vorm van aanwezigheid is. De vraag die wordt gesteld, is of het gerechtshof mocht afzien van inwilliging van het verzoek om verlenging van de procedure met het oog op een videoverbinding met verzoeker. Hoewel het voor een eerlijk proces van groot belang is dat de beschuldigde ter zitting aanwezig kan zijn, kunnen diverse factoren meespelen waardoor een videoverbinding voldoet aan de waarborgen zoals de complexiteit van een zaak, locatie van de klager en of de klager heeft meegewerkt en welwillend was. Op basis van het voorgaande oordeelt het EHRM dat er geen schending heeft plaatsgevonden van artikel 6 lid 3 EVRM.
Toont 251 - 260 van 565 resultaten.