terrorismebestrijding - publicaties

Webcontent zoeken

  • Kabinetsreactie en AIV-advies ‘De Toekomst van de Arctische Regio: Samenwerking of Confrontatie?’

    Dit document bevat de kabinetsreactie en het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over de buitenlands- en veiligheidspolitieke aspecten van ontwikkelingen met betrekking tot de Noordelijke IJszee. In het advies wordt ingegaan op de implicaties van klimaatverandering, de Arctische regio als geopolitieke arena, de militaire presentie in de regio, de economische belangen mede in relatie tot de internationale grondstoffenmarkt en de ontwikkelingen in de wereldwijde scheepvaart.

  • Written comments of Switzerland on the Draft Convention 2020

    • Commentaar | 20 maart 2020
    • Bestand: pdf - 1.3MB

  • Uitspraak EHRM inzake Keskin tegen Nederland - schending recht op eerlijk proces

    • Uitspraak internationaal | 19 januari 2021 | Europees Hof voor de Rechten van de Mens
    • Bestand: pdf - 341.5KB
    • Dossier: Mensenrechten
    • Trefwoorden: Eerlijk proces

    Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in een uitspraak van de Grote Kamer in de zaak Keskin tegen Nederland (zaak nr. 2205/01) geoordeeld dat Nederland het recht op een eerlijk proces neergelegd in artikel 6, eerste lid en derde lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft geschonden. De schending is aangenomen, omdat de verdachte niet in staat was om getuigen te ondervragen die belastende verklaringen over hem hadden afgelegd in een strafrechtelijke procedure.

    Zie uitspraak Keskin v. the Netherlands, EHRM

  • Beslissing EHRM – H.G.D.W. v. Nederland – geen schending recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst

    Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de zaak H.G.D.W. v. The Netherlands (zaak nr. 9476/19) geoordeeld dat het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 van het Verdrag (EVRM) niet geschonden is.

    Verzoekster stelt in deze zaak dat er inbreuk is gemaakt op haar vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst onder artikel 9 EVRM. De centrale vraag in deze zaak is of de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster valt onder artikel 9 EVRM. Het EVRM overweegt in deze zaak dat een godsdienst of geloofsovertuiging, onder artikel 9 EVRM, een zeker niveau aan overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang bereikt moet hebben. Gezien het parodiërende karakter van de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster is dit niet het geval en is er geen sprake van een godsdienst of geloofsovertuiging in de zin van artikel 9 EVRM. Derhalve oordeelt het EHRM dat de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster niet valt onder artikel 9 EVRM. Het EHRM verklaart de klacht van verzoekster kennelijk ongegrond en niet-ontvankelijk.

  • Kamerbrief inzake toepassing Nederlandse wetgeving op continentaal plat

    Deze Kamerbrief bevat een kabinetsreactie op de motie-Vreugdenhil waarin wordt verzocht om een notitie betreffende de wenselijkheid om, in verband met de rechtspositie van personen werkzaam op installaties en andere inrichtingen voor de exploratie en exploitatie van het Nederlandse deel van het continentaal plat, de Nederlandse wetgeving aldaar ook van toepassing te verklaren op andere rechtsgebieden dan thans het geval is. De kabinetsreactie gaat in op het vestigen van rechtsmacht over het continentaal plat, de statenpraktijk en de ontwikkeling. Het kabinet gaat ook in op het advies dat de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) over deze vraagstukken heeft gegeven.>

  • Kamerbrief inzake WTO uitspraak zeehonden

    Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over de uitspraak van het Beroepslichaam van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in de zaak tegen het handelsregime van de EU voor producten afkomstig van zeehonden. Het Beroepslichaam oordeelt dat handelsmaatregelen met betrekking tot dierenwelzijn te rechtvaardigen zijn onder artikel XX(a) GATT, maar dat de maatregelen die de EU heeft genomen niet voldoen aan de voorwaarden van artikel XX(a) GATT. De brief gaat ook in op de gevolgen dat dit heeft voor het weren van overige producten op grond van dierenwelzijnsoverwegingen.

    Kamerbrief

  • Antwoorden op Kamervragen over indirecte investeringen van ambtenaren via pensioenfondsen in legbatterijen en megastallen in het buitenland

    Dit document bevat de antwoorden op Kamervragen van het lid Thieme over indirecte investeringen van ambtenaren via pensioenfondsen in legbatterijen en megastallen in het buitenland.

  • Uitspraak EHRM - Centrum för rättvisa tegen Zweden - schending eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven, woning en correspondentie

    Het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) heeft in de uitspraak in de zaak Centrum för rättvisa tegen Zweden (zaak nr. 35252/08) geoordeeld dat Zweden het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven, woning en correspondentie onder artikel 8 van het Verdrag (EVRM) heeft geschonden. Nederland heeft als derde-partij een reactie ingediend over een aantal punten die in algemene zin spelen bij bulk-interceptie van gegevens en dus zaakoverstijgend zijn.

    De schending is aangenomen omdat het Zweedse regime voor bulk-interceptie van gegevens niet is onderworpen aan voldoende waarborgen. Het EHRM stelt dat op nationaal niveau bij elke stap in het proces een beoordeling moet plaatsvinden van de noodzaak en proportionaliteit van de te nemen maatregelen. Ook moet er voorafgaand onafhankelijk toezicht zijn voor de bulk-interceptie op het moment dat het doel en de omvang ervan bekend worden. Daarnaast moet toezicht worden gehouden op de operatie en moet er na afloop onafhankelijk toezicht zijn, aldus het EHRM. Omdat dit niet voldoende wordt gewaardborgd, gaat het Zweedse regime voor bulk-interceptie de ‘margin of appreciation’ die nationale autoriteiten hebben in dit soort situaties te buiten en was er onvoldoende waarborg tegen willekeur en misbruik. Daarom is er een schending van artikel 8 van het EVRM geconstateerd.

    Zie Centrum för rättvisa tegen Zweden, EHRM

  • ATCM Working Paper “The Antarctic Biological Prospecting Database”

    Dit werkdocument van België, Brazilië, Bulgarije, Finland, Frankrijk, Duitsland, Zweden en Nederland is ingediend tijdens 32e Antarctic Treaty Consultative Meeting (ATCM) en dient als update van het werkdocument van België dat tijdens de 31ste ATCM is ingediend. Het document geeft een samenvatting van de huidige inhoud van de database voor het verzamelen van genetisch materiaal en het gebruik daarvan (bioprospecting).

  • Beslissing EHRM - M.T. tegen Nederland - geen schending verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling

    Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de beslissing in de zaak M.T. tegen Nederland (zaak nr. 46595/19) geoordeeld dat Nederland artikel 3, eerste lid, van het Verdrag (EVRM), en dus het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, niet heeft geschonden. 

    De zaak betreft een vreemdelingenzaak waarbij verzoekster met haar kinderen in Nederland asiel heeft aangevraagd, terwijl zij dit al eerder in Italië had aangevraagd. Daarom heeft de regering verzocht om verzoekster en haar kinderen weer te mogen overdragen aan Italië. Volgens het EHRM heeft verzoekster niet aannemelijk gemaakt dat, als zij met haar kinderen wordt overgebracht naar Italië, de situatie waarin zij terecht zou komen zodanig ernstig genoeg is om onder artikel 3 EVRM te vallen. Het EHRM weegt mee dat het opvangsysteem in Italië sinds 2020 is veranderd en dat (wat tevens is bevestigd door de UNHCR) niet is bewezen dat bepaalde medische zorg voor de verzoekster haar kinderen niet mogelijk is in Italië.  De klacht over schending van artikel 3 van het EVRM is kennelijk ongegrond en daarom niet-ontvankelijk verklaard.