Deze brief informeert de Tweede Kamer over de visie van de Nederlandse regering ten opzichte van de toepassing van de Wet Beperking Export Uitkeringen (Wet BEU) in de door Israël bezette gebieden (Gaza, Westelijke Jordaanover, m.i.v. Oost-Jeruzalem en Golan) en andere conflictgebieden (Westelijke Sahara).
Kamerbrief
Deze Kamerbrief bevat een appreciatie van de gemeenschappelijke interpretatieve CETA-verklaring. De verklaring geeft uitleg over wat Canada, de EU en haar lidstaten overeen zijn gekomen en wat de toepassing van haar bepalingen zijn.
In deze prejudiciële beslissing komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het internationaal publiekrecht de uitvoerbaarheid in Nederland beperkt van zowel conservatoire als executoriale maatregelen in die zin dat dergelijke maatregelen zijn uitgesloten tenzij en voor zover er sprake is van een geval als bedoeld in artikel 19, onderdelen a tot en c, van het VN-Verdrag inzake de immuniteit van staten en hun eigendommen. Eigendommen van vreemde staten zijn niet vatbaar voor beslag en executie tenzij en voor zover is vastgesteld dat deze een bestemming hebben die daarmee niet onverenigbaar is. De bewijslast bij beslaglegging van een publieke bestemming van eigendom van vreemde staten ligt bij de beslaglegger, waarbij een presumptie van immuniteit geldt. Het toekennen van immuniteit van jurisdictie en van executie overeenkomstig internationaal publiekrecht levert geen schending op van artikel 6 EVRM.
Prejudiciële beslissing
De Advocaat Generaal stelt zich op het standpunt dat de Europese Octrooi Organisatie (EOO) zich terecht beroept op immuniteit van jurisdictie. Dat betekent dat de internationale organisatie niet voor de Nederlandse rechter kan worden gedaagd voor geschillen over de officiële werkzaamheden van de organisatie. De Advocaat Generaal is van oordeel dat het recht op toegang tot de rechter volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens niet absoluut is.
Conclusie
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over het internationaalrechtelijk standpunt ten aanzien van het plegen van genocide door ISIS.
Dit document bevat de Nederlandse inbreng voor een procedure onder het Verdrag van Aarhus, aangespannen door de Nederlandse Vereniging van Omwonenden Windturbines (NLVOW), over de toegang tot informatie, inspraak van het publiek in de besluitvorming en toegang tot de rechter in aangelegenheden m.b.t. windturbines.
De kabinetsnotitie gaat in op de goedkeuring en bekendmaking van verdragen op basis van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen. Verder wordt besproken hoe parlement en regering in de praktijk daaraan invulling geven. Tot slot wordt in de notitie ingegaan op de een ieder verbindende rechtstreeks werkende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
Kabinetsnotitie (Tweede-Kamer, 2015-2016, 34 158, nr. 12)
Dit document bevat het advies van de Afdeling Advisering Raad van State en het Nader Rapport bij het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek betreffende de gezamenlijke tentoonstelling en het gezamenlijk beheer van de portretten van Maerten Soolmans en van Oopjen Coppit door Rembrandt van Rijn.
Dit document bevat een motie van het Tweede Kamerlid Servaes C.S. met het verzoek aan de regering om zich binnen de open-ended working group actief in te zetten voor doeltreffende maatregelen om te komen tot een kernwapenvrije wereld en om andere lidstaten van het NAVO-bondgenootschap te betrekken.
Motie
Toont 141 - 150 van 262 resultaten.