Deze brief bevat de kabinetsreactie op het AIV-advies ‘Piraterijbestrijding op zee - een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden’. Het kabinet oordeelt dat reders en kapiteins zelf hoofdverantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun schepen en zelf zelfbeschermingsmaatregelen dienen te treffen.
In deze uitspraak komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het resultaat van de te nemen maatregelen in Artikel 11 lid 2, onder b, van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) onvoldoende nauwkeurig is omgeschreven en dat deze bepaling derhalve ongeschikt is voor rechtsreekse toepassing door de nationale rechter.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat nu noch uit de tekst, noch uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Vrouwenverdrag valt af te leiden dat de verdragsluitende Staten zijn overeengekomen dat aan art. 11 lid 2, onder b, geen rechtstreekse werking mag worden toegekend, voor het antwoord op de vraag of die verdragsbepaling rechtstreekse werking heeft, de inhoud van de bepaling beslissend is: verplicht deze de Nederlandse wetgever tot het treffen van een nationale regeling met bepaalde inhoud of strekking, of is deze van dien aard dat de bepaling in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht kan functioneren (HR 30 mei 1986, LJN AC9402, NJ 1986/688). Van belang is of een bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om door de rechter te worden toegepast. Zie essentie r.o. 3.3.3.
Arrest Hoge Raad
Dit document bevat de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen verricht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat.
Nota naar aanleiding van het verslag
Dit document bevat de memorie van toelichting bij Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat.
Dit document bevat advies nr. 19 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende ‘Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties’, en de reactie van het kabinet op dit advies.
Dit document bevat de Nederlandse versie van Richtlijn 2009/C 303/06 van de Raad van de EU inzake de bijgewerkte richtsnoeren om operationele instrumenten voor de Europese Union en haar instellingen en organen op te stellen ter bevordering van de naleving van het internationaal humanitaire recht (IHL).
Dit document bevat de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel inzake het voornemen tot intrekking van voorbehouden bij een aantal verdragen en protocollen inzake de bestrijding van terrorisme.
Memorie van Toelichting
Dit document bevat advies nr. 17 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende de UN Convention on on Jurisdictional Immunities of States and Their Property, en de reactie van het kabinet op dit advies. Het kabinet geeft aan dat het advies zal worden meegenomen in de beslissing omtrent de ratificatie van het verdrag.
Dit document bevat advies nr. 14 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) betreffende falende staten, en de reactie van het kabinet op dit advies. Het kabinet gaat onder meer in op de Nederlandse inzet bij wederopbouw, de inzet van militaire middelen en de rol van de Verenigde Naties.
Toont 111 - 120 van 132 resultaten.