In deze uitspraak komt het Hof tot het oordeel dat er geen onderzoek hoeft worden gedaan naar eventuele gevaarzetting van de opslag van kernwapens op vliegbasis Volkel. Deze uitspraak is van belang omdat het Hof bevestigd dat het voorhanden hebben van kernwapens niet in strijd is met internationaal recht.
Deze Kamerbrief bevat een tegemoetkoming van het Kabinet aan de Tweede Kamer om de zichtbaarheid van het beleid ten aanzien van de bescherming en het duurzaam gebruik van internationale gebieden, waaronder internationale wateren, te vergroten. Daarnaast geeft deze notitie weer hoe het Koninkrijk invulling geeft aan Sustainable Development Goal 14 (verantwoord beheer van zeeën en oceanen) van de VN.
Kamerbrief
Deze brief informeert de Tweede Kamer over het beleidskader voor de inzet van militaire beveiligingsteams aan boord van koopvaardijschepen (beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij).
Dit document bevat een motie van het Tweede Kamerlid Servaes C.S. met het verzoek aan de regering om zich binnen de open-ended working group actief in te zetten voor doeltreffende maatregelen om te komen tot een kernwapenvrije wereld en om andere lidstaten van het NAVO-bondgenootschap te betrekken.
Motie
Dit document bevat de schriftelijke inbreng van Nederland in de Arctic Sunrise arbitrage, waarin er o.a. wordt ingegaan op de rechtsmacht van het Hof en de beweerde onrechtmatige daad van Rusland.
Dit document bevat de vierde periodieke review van Nederland over de implementatie van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarin wordt ingegaan op alle bepalingen van het Verdrag.
Het Internationaal Gerechtshof komt op basis van de tekst van artikel 36, eerste lid, van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen tot het oordeel dat dit artikel individuele rechten creëert die voor de nationale rechter moeten kunnen worden ingeroepen. Zie essentie par. 77.
Uitspraak Internationaal Gerechtshof (IGH)
Het VN Comité tegen Foltering (CAT) heeft in de zaak S.R. (zaak nr. 834/2017) geoordeeld dat het verbod op foltering onder artikel 3 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (CAT) niet is geschonden.
De zaak betreft het verbod op foltering en in het bijzonder het gevaar op foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing bij uitzetting. Het Comité overweegt in deze zaak dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft ingediende die wijzen op een reëel, persoonlijk en voorzienbaar risico op foltering. De verzoeker was niet in staat te bewijzen dat de Sri Lankaanse autoriteiten enig moment interesse in hem hebben gehad en dat verzoeker momenteel de reële interesse zou wekken van hen. Derhalve oordeelt het Comité dat er bij uitzetting van verzoeker naar Sri Lanka geen schending zal plaats vinden van artikel 3 CAT.
Deze brief informeert de Tweede Kamer over de visie van de Nederlandse regering ten opzichte van de toepassing van de Wet Beperking Export Uitkeringen (Wet BEU) in de door Israël bezette gebieden (Gaza, Westelijke Jordaanoever, m.i.v. Oost-Jeruzalem en Golan) en andere conflictgebieden (Westelijke Sahara). De hoofdregel is dat Israël als bezettende mogendheid geen soevereiniteit heeft over de gebieden die het bezet, en daarom op basis van de Wet BEU geen verdragsverplichtingen kan aangaan om de volledige AOW te exporteren. Het kabinet maakt wel uitzonderingen voor schrijnende gevallen, zoals verzetsdeelnemers, vervolgingsslachtoffers of burgeroorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog.
De rapportage geeft een overzicht van de Nederlandse betrokkenheid in internationale mensenrechtenprocedures in 2016.
Toont 181 - 190 van 565 resultaten.